ECLI:NL:RBOBR:2021:289
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van tijdigheid bezwaar tegen beëindiging ZW-uitkering en herziening besluit UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het UWV over de beëindiging van een Ziektewet (ZW) uitkering. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn uitkering, maar het UWV verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De eiser had echter binnen de bezwaartermijn medische informatie ingediend, die volgens de rechtbank als tijdig bezwaar had moeten worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat het UWV de ingediende medische informatie niet correct had beoordeeld en dat het bezwaar van de eiser ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank vernietigde de beslissing van het UWV en herroept het primaire besluit, waardoor het UWV verplicht werd om opnieuw te beslissen op het bezwaar van de eiser tegen de beëindiging van de ZW-uitkering. De rechtbank benadrukte het belang van rechtsbescherming en de noodzaak voor het UWV om een zorgvuldige heroverweging van de zaak te maken. De uitspraak heeft ook implicaties voor de proceskosten, die het UWV moet vergoeden aan de eiser.