ECLI:NL:RBOBR:2021:2324
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Subsidieverlening op basis van loonheffingennummers in het kader van de NOW-1
In deze zaak heeft eiseres, een onderneming, een aanvraag ingediend voor subsidie op grond van de NOW-1, specifiek voor een loonheffingennummer eindigend op L04. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleende echter subsidie voor een ander loonheffingennummer, eindigend op L01, wat resulteerde in een aanzienlijk hoger subsidiebedrag. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en ging in bezwaar, waarna de minister het bezwaar gegrond verklaarde maar de subsidie voor het andere loonheffingennummer handhaafde. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de NOW-1 vereist dat werkgevers per loonheffingennummer een aanvraag indienen. Eiseres voerde aan dat dit niet duidelijk was en dat de minister contact had moeten opnemen om de intentie van de aanvraag te verifiëren. De rechtbank oordeelde echter dat de minister alle wettelijke mogelijkheden had benut om eiseres tegemoet te komen en dat de aanvraagprocedure geautomatiseerd was, waardoor er geen aanleiding was voor de minister om contact op te nemen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had voldaan aan de vereisten van de NOW-1 en dat haar beroep ongegrond was. De uitspraak werd gedaan op 14 mei 2021 door een meervoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant.