ECLI:NL:RBOBR:2021:1714
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de afwijzing van een verzoek om invorderingsrente na vermindering van belastingaanslag
In deze zaak gaat het om een beroepsprocedure waarin eiser, een belastingplichtige, in beroep is gegaan tegen de beslissing van de heffings- en invorderingsambtenaar van het waterschap De Dommel. De zaak betreft een rentevergoeding van € 1,20 die aan eiser was toegekend vanwege de vermindering van een reeds betaalde belastingaanslag. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 5 februari 2018, waarin de rentevergoeding werd vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat eiser ten onrechte niet is gehoord, maar besluit dit gebrek te passeren op grond van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat eiser niet benadeeld is door de gang van zaken. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar is overschreden, maar wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het financiële belang gering is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.