ECLI:NL:RBOBR:2020:6150
Rechtbank Oost-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen herhaalde belastingaanslag na intrekking eerdere uitspraak op bezwaar
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Gemert-Bakel, waarbij een aan haar opgelegde aanslag voor (bouw)leges is gehandhaafd. Eiseres trok haar beroep in nadat de heffingsambtenaar had aangegeven de uitspraak op bezwaar in te trekken. Vervolgens handhaafde de heffingsambtenaar de aanslag opnieuw, waarop eiseres wederom beroep instelde. De rechtbank verklaarde het tweede beroep niet-ontvankelijk, verwijzend naar de rechtspraak van de Hoge Raad van 20 januari 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BT1516), waarin is bepaald dat tegen een nadere beslissing op bezwaar geen beroep kan worden ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de eerdere intrekking van het beroep door eiseres leidde tot de rechtskracht van de bestreden uitspraak, waardoor de heffingsambtenaar niet opnieuw kon beslissen op het bezwaar. De rechtbank concludeerde dat het beroep tegen de herhaalde beslissing niet-ontvankelijk was, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 8 december 2020, en is openbaar gemaakt.