Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Luxlight B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Daarover wordt het volgende overwogen. De situatie tussen partijen is geëscaleerd rondom het gesprek van 7 november 2019. Op 4 november 2019 heeft [naam titulair directeur] [verweerster] aangesproken op haar houding en gedrag, en op 7 november hebben partijen daar verder over gesproken. In de reactie naar [naam titulair directeur] , die [verweerster] volgens eigen zeggen op 7 november 2019 heeft voorgelezen aan [naam titulair directeur] (en welke reactie zij heeft overgelegd als productie E) geeft [verweerster] als mogelijke verklaring dat de perceptie van [naam titulair directeur] van haar houding ontstaan zou kunnen zijn door haar werk-enthousiasme op dat moment. Dat werk-enthousiasme was, zoals blijkt uit onder andere dat stuk, niet zo hoog.