Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
15 november 2019 geschat op € 550.000,00.
3.De vordering en het verweer
in conventie:
- primair de
- subsidiair, voor zover de man dit niet wenst dan wel daartoe niet in staat blijkt te zijn, de man te verplichten zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning met benoeming van een verkopend makelaar die de vraag- en de laatprijs bepaalt en de verkoop ter hand zal nemen en alsdan de man te veroordelen zijn volledige medewerking te verlenen aan een spoedige verkoop van de woning en daarbij al hetgeen te gehengen en te gedogen dat deze verkoop bevordert, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per keer dan wel per dag dat de man hiervan in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,00.
vordering op JHH ldentify B.V.toe te delen aan de man onder de voorwaarde dat de man ervoor zorg draagt dat de vrouw ontslagen wordt uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire geldlening met [naam geldverstrekker 1] en daarbij de vrouw vrijwaart van alle aanspraken van [naam geldverstrekker 1] ter zake, onder voldoening van een bedrag van
€ 8.483,00 aan de vrouw uit hoofde van overbedeling;
debetstandbij ABN AMRO tot een bedrag van € 49.481,00 bij de verdeling en verrekening te betrekken waarbij de man ervoor zorg draagt dat ABN AMRO de vrouw ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en haar vrijwaart voor aanspraken van ABN AMRO ter zake, en waarbij de vrouw alsdan in het kader van verrekening en verdeling aan de man voldoet een bedrag van € 24.740,50 uit hoofde van overbedeling;
vordering op Kanes B.V.toe te delen aan de man onder de voorwaarde dat de man ervoor zorg draagt dat Kanes B.V. de vrouw ontslaat uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de rekening-courantschuld en haar vrijwaart voor aanspraken van Kanes B.V. ter zake, waarbij de man uit hoofde van overbedeling aan de vrouw voldoet een bedrag van € 47.490,00;
vordering op JHH Textilestot een bedrag van € 42.322,00 toe te delen aan de man waarbij de man uit hoofde van overbedeling een bedrag van € 21.161,00 aan de vrouw voldoet;
vordering IB 2016van de Belastingdienst tot een bedrag van
€ 4.180,00 heeft voldaan, dient de vrouw de man te compenseren voor een bedrag van € 2.090,00;
roerende zakenzoals weergegeven op de inboedellijst (productie 11), alsmede haar boeken partijen welbekend, zonder dat de vrouw aan de man daartoe enige compensatie is verschuldigd;
sieradenzoals die zijn vermeld op de beschrijvende lijst met sieraden (productie 12), zonder dat de vrouw aan de man daartoe enige compensatie is verschuldigd;
- een taxateur te benoemen die de waarde van de
- de hiervoor genoemde en getaxeerde aandelen toe te delen aan de man onder compensatie van de helft van de waarde aan de vrouw;
pensioente splitsen en de helft daarvan af te storten onder een door de vrouw aan te wijzen pensioenverzekeraar, binnen twee weken na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis, een en ander op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag dat de man daarvan in gebreke blijft met een maximum van € 10.000,00;
woningte [adres] , waard circa € 563.000,00;
inboedelvan partijen, hen welbekend;
drie hypothecaire geldleningen, afgesloten bij de ABN AMRO Bank, in totaal groot circa € 165.000,00;
vierde hypothecaire geldlening, waarvan thans nog circa € 200.000,00 open staat, op of omstreeks april 2016 afgesloten bij de heer [naam geldverstrekker 2] , wonende te [woonplaats] , ten behoeve van de financiering van ondernemersactiviteiten van partijen in Bangladesh en ten behoeve van het aflossen van een eerdere door de ING Bank N.V. verstrekte hypothecaire geldlening;
debetstandop de gezamenlijke rekening van partijen bij de ABN AMRO Bank nummer [bankrekeningnummer] , groot circa € 49.481,04;
geldlening bij [naam geldverstrekker 3], groot € 20.000,00;
geldlening bij [naam geldverstrekker 4], groot € 50.000,00;
schuld aan [naam BV] B.V., groot circa € 245.000,00;
schuld aan [naam vader](de vader van de man), groot € 175.000,00;
aandelenin Kanes B.V., via de Stichting Administratiekantoor Kanes, die (voor partijen) alle aandelen houdt;
- de man draagt ervoor zorg dat de vrouw wordt ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schulden (genoemd onder c tot en met j);
- de vrouw dient mee te werken aan het notarieel transport waarbij haar eigendomsaandeel in de woning te [adres] op naam van de man wordt gesteld en ook dient bepaald te worden dat de vrouw verplicht is om mee te werken aan de overdracht van alle aandelen in Kanes B.V. aan de man, met de bepaling dat het vonnis ter zake (voor de overdracht van het eigendomsaandeel in de woning en voor de overdracht van de aandelen) zal gelden als een vervangende toestemming/
- een veroordeling van de vrouw om ter compensatie van haar overbedeling een bedrag groot € 167.500,00 aan de man te betalen.
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie:
€ 550.000,00. Indien de woning ten tijde van de feitelijke verdeling bij het te wijzen eindvonnis is verkocht, zal van de werkelijke verkoopopbrengst worden uitgegaan.
(31 oktober 2016) en dienen dan ook (inclusief eventuele aflossingsproducten) te worden betrokken bij de verdeling. Niet relevant is of de vrouw al dan niet betrokkenheid en/of belang heeft gehad bij de in 2016 met [naam geldverstrekker 1] overeengekomen lening. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat beide partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn voor schulden die vóór de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap zijn aangegaan.
[naam BV] (33%).
Partijen zijn eigenaar van certificaten van aandelen in Kanes B.V., welke aandelen eigendom zijn van de Stichting Administratiekantoor Kanes. Wat was per 31 oktober 2016 de waarde van deze certificaten?
Is het minderheidsbelang (25%) van Kanes B.V. in Mahan Textile Process India Private Limited in India van belang bij de onder 1. bedoelde waardering van de certificaten van aandelen in Kanes B.V., en zo ja, kunt u dat belang gemotiveerd op geld waarderen?
Wat was per 31 oktober 2016 de waarde van de aandelen die de man bezit in[naam BV] B.V.?
Indien de aandelen in [naam BV] B.V. een positieve waarde vertegenwoordigen, kan de helft van die waarde aan de door deze rechtspersoon gedreven onderneming worden onttrokken zonder dat de continuïteit van de betreffende onderneming – indien en voor zover deze althans wordt nagestreefd – in gevaar komt?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
Kunt u toelichten/motiveren welke waarderingsmethode u heeft gehanteerd en waarom u voor deze methode heeft gekozen?
30 augustus 2018. Tot het tegendeel is gebleken, wat vooralsnog niet het geval is, dient ervan uitgegaan te worden dat het pensioen kan worden gerealiseerd zonder gevaar voor de continuïteit van de onderneming, aldus de vrouw.
ex-echtgenoten beheersen, in het algemeen meebrengen dat de tot verevening verplichte echtgenoot die als directeur/grootaandeelhouder (DGA) de rechtspersoon beheerst waarin de te verevenen pensioenaanspraak is ondergebracht, dient te zorgen voor afstorting door die rechtspersoon van het kapitaal dat nodig is voor het aan de andere echtgenoot toekomende deel van de pensioenaanspraak (HR 20 maart 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG9458). Of hierop in een concreet geval aanspraak kan worden gemaakt, hangt af van alle omstandigheden van het geval. Indien onvoldoende liquide middelen aanwezig zijn, zal de vereveningsplichtige dienen te stellen, en bij betwisting aannemelijk dienen te maken, dat de benodigde middelen niet kunnen worden vrijgemaakt of elders worden verkregen zonder de continuïteit van de onderneming in gevaar te brengen (HR 9 februari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ2658).
tijdstip van echtscheiding. De commerciële waarde van die aanspraak (het bedrag dat nodig is om de aanspraak bij een externe pensioenverzekeraar te verzekeren) moet bepaald worden naar het
tijdstip van afstortingdoor de rechtspersoon (HR 14 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:276). Hierbij wordt de heersende marktrente tot uitgangspunt genomen. Een eventueel tekort aan kapitaal in de rechtspersoon (om ieders helft van de commerciële waarde respectievelijk af te storten en achter te laten) dient in beginsel evenredig met de verhouding waartoe de verevening leidt, te worden verdeeld tussen de
ex-echtgenoten. Dit laat onverlet dat de rechter kan beslissen dat geen aanspraak bestaat op (volledige) afstorting gelet op alle omstandigheden van het geval zoals hiervoor reeds is overwogen.
en van Kanes B.V. in het geding te brengen waaruit de hoogte van de pensioenaanspraken van partijen of van de man blijkt, die in de huwelijkse periode zijn opgebouwd in eigen beheer van [naam BV] en van Kanes B.V. Daarbij gaat het om de hoogte van de pensioenaanspraken op 25 juni 2018, de datum van de echtscheiding van partijen. De rechtbank stelt de man in de gelegenheid zijn stelling dat het voor afstorting ten behoeve van de vrouw benodigde kapitaal niet aanwezig is, nader te onderbouwen. De vrouw mag vervolgens bij akte op het voorgaande reageren. Partijen dienen beiden aan te geven of zij het wenselijk achten vragen voor te leggen aan een deskundige over de in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening en over de vraag of de betrokken B.V. in staat is om het deel van de pensioenvoorziening waar de vrouw recht op heeft af te storten. Zo partijen het wenselijk achten om hierover vragen te stellen aan de deskundige of aan een (al dan niet door de deskundige in te schakelen) pensioenspecialist, kunnen zij een voorstel doen voor die vragen.
inhet bedrag van € 245.000,00 is begrepen. Ook is ter zitting gebleken dat de gelden zijn verstrekt aan Kanes B.V. en niet aan (een van) partijen. Het gaat dus niet om schulden van de ontbonden gemeenschap. De vordering in reconventie van de man zal op dit punt dan ook worden afgewezen.
5.De beslissing
woensdag 27 mei 2020voor het nemen van voormelde akte door de man;
vier weken daarnaop de rol zal komen voor het nemen van de in 5.1 bedoelde akte door de vrouw, waarbij de vrouw tevens kan reageren op de door de man bij zijn akte in het geding gebrachte stukken;