Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Swimmers B.V.,
Gemeente Eindhoven,
1.Het verloop van het geding
- het tussenvonnis van 23 mei 2019 waarbij een comparitie van partijen (hierna: de zitting) is gelast en de daarin genoemde stukken;
- de brief van de Gemeente (met als bijlage de conclusie van antwoord in de zaak van Swimmers tegen Trium) van 14 oktober 2019;
- de brief van Swimmers (met producties 1 tot en met 4) van 24 oktober 2019;
- de zitting gehouden op 1 november 2019, waarbij partijen hun standpunt hebben toegelicht. Swimmers heeft daarbij gebruik gemaakt van spreekaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat op zitting is besproken.
2.Enkele, relevante feiten
Swimmers B.V.’ en ‘
Grand Café SwimmerS’.
Trium Beheer’ dezelfde activiteiten als Swimmers. Enig aandeelhouder sinds 30 december 2010 is BS Beheer B.V. De heer [naam bestuurder Triumbeheer] is vanaf 1 oktober 1994 (enig) bestuurder van Trium Beheer (productie A bij dagvaarding).
Horeca Service Tongelreep B.V.’
- ‘
- ‘
- ‘
- huurder huurt een aantal bedrijfsruimten (ex artikel 7:290 BW) staande en gelegen te Eindhoven aan de Antoon Coolenlaan 1 (artikel 1 lid 5 en 2);
- het gehuurde maakt onderdeel uit van bestaande bouw en een nieuw te bouwen nationaal zwemstadion en de daarbij behorende voorzieningen (artikel 1 lid 2);
- het gehuurde bestaat, kort weergegeven, uit het Grand Café met binnen- en buitenterras, de zwemmersbar in het golfslagbad, een automatenruimte, een kiosk ten behoeve van de zwembaden buiten, extra opslagruimte en een ruimte voor een toekomstig verkooppunt in het ‘Milieu Educatie Centrum’ (artikel 1 lid 1);
- het gehuurde zal door of vanwege de huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt voor zwembadgebonden en gebiedsgebonden horeca-activiteiten. Er is sprake van de exploitatie van ondersteunende horeca-activiteiten door huurder in het gehuurde (artikel 1 lid 4);
- na de huurperiode van 5 jaar wordt de huurovereenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van 5 jaar, oftewel tot en met 30 juni 2016. Vervolgens wordt de overeenkomst voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 1 jaar (artikel 3);
- de aanvangshuurprijs bedraagt € 120.000,00 per jaar (artikel 4 lid 1).
Dit is een waardebepaling voor de huidige situatie in afwachting van de ontwikkeling voor wat betreft de toekomst van het zwembad.’
Wederzijdse belangenafweging in het kader van de naderende sluiting van het golfslagbad de Tongelreep.’ Trium heeft niet met de opzegging ingestemd.
3.Het geschil
- voor recht verklaart dat de huurovereenkomst tussen haar en de Gemeente op 1 april 2017 buitengerechtelijk is ontbonden, althans de huurovereenkomst tussen haar en de Gemeente ontbindt op een nader door de kantonrechter te bepalen datum;
- de Gemeente veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 270.276,00, althans
4.De verdere beoordeling
3.4. (…) Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben (vgl. HR 3 mei 1946, NJ 1946, 323). Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Bij de beantwoording van de vraag of deze normen zulks meebrengen, zal de rechter de terzake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken, zoals de hoedanigheid van alle betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.’
3.3.3 (…) Bepalend [is] of de aangesproken partij haar verklaringen en gedragingen ter zake van de overeenkomst waarbij zij partij is, mede diende te laten bepalen door de belangen van de betrokken derde, en is dus niet mede vereist dat de aangesproken partij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst waarbij zij partij is en waarmee de belangen van die derde verbonden zijn.’
Wellicht valt op dat wij niet refereren aan Swimmers B.V., maar dat is omdat Horecaservice Tongelreep B.V. de huurder is en niet Swimmers B.V. Mocht het tot procedures komen dan is de persoon van de huurder mogelijk onderwerp en hetzelfde geldt natuurlijk voor wat er in het verleden is gebeurd. Zo nodig leidt dat tot een eigen feitenrelaas van de gemeente Eindhoven.’ Deze formele opstelling staat er naar het oordeel van de kantonrechter niet aan in de weg dat uit deze e-mail blijkt dat de Gemeente zich realiseerde dat zij bij de sluiting van het golfslagbad ook rekening moest houden met de belangen van Swimmers als exploitant.
€ 24.165,00
€ 24.165,00