Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
geschil met haar ex-partner over de betaling van huur voor een woning die zij na hun scheiding van hem is gaan huren. Dit geschil is zonder tussenkomst van de rechter beëindigd. Daarnaast is door eiser rechtsbijstand aan rechtzoekende verleend voor een geschil dat zij met haar ex-partner had over twee hypothecaire leningen die zij tijdens hun huwelijk gezamenlijk zijn aangegaan. In het echtscheidingsconvenant hadden zij geen afspraken gemaakt over de toedeling van die schulden. De ex-partner van rechtzoekende heeft betaling van een deel van de rente voor die leningen door rechtzoekende gevorderd. Bij vonnis van 31 oktober 2018 heeft de kantonrechter van de rechtbank Limburg vonnis gewezen in dit geschil.
Eiser heeft met verweerder een High Trust convenant gesloten waarbij is overeengekomen dat de aanvragen één op één worden gecontroleerd. De toevoegwaardigheid van een zaak wordt bij declaratie getoetst in plaats van bij de aanvraag van de toevoeging. Verweerder heeft de aanvraag om vergoeding afgewezen, omdat volgens hem, een toevoeging is aangevraagd voor het rechtsgebied P100 personen- en familierecht waarvoor extra inschrijfvoorwaarden gelden. Eiser staat niet als advocaat ingeschreven voor dit rechtsgebied.
28 november 2001 (ECLI:NL:RVS:2001:AD7069) waaruit volgens verweerder volgt dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om hem een ruime mate van keuzevrijheid te laten om inschrijvingsvoorwaarden te formuleren. Onder meer voor zaken die betrekking hebben op het personen- en familierecht zijn er aanvullende inschrijvingsvoorwaarden opgesteld.
1 januari 2013 het specialisatievereiste voor personen- en familierecht. Als de rechtsbijstandverlener niet als personen- en familierechtspecialist is ingeschreven, wordt de aanvraag afgewezen.
10. Aangezien eiser niet is ingeschreven bij verweerder voor het rechtsgebied personen- en familierecht en de geschillen waarvoor toevoeging is aangevraagd onder dit rechtsgebied vallen, heeft verweerder de toevoeging terecht geweigerd wegens het niet voldoen aan het specialisatievereiste.
Beslissing
mr. A.G.M. Willems, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 18 juli 2019.