Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 april 2019 in de zaken tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser 1
[eisers] , te [woonplaats] , eisers 2
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
10.2 Verweerder vindt dat deze nieuwe stelling zodanig laat wordt aangevoerd dat dit in strijd is met een goede procesorde.
Weliswaar betreft het bestreden besluit een revisievergunning, het is nog niet onherroepelijk zodat eiser 1 nog steeds rechten kan ontlenen aan de eerdere milieuvergunning. Het staat eiser 1 dus nog vrij om af te zien van zijn plannen, als hij dat zou willen. De rechtbank is tot slot van oordeel dat de enkele omstandigheid dat de uitbreiding van het aantal dieren wordt geweigerd, niet wil zeggen dat het gehele besluit moet worden gezien als een verkapte weigering. De loods wordt wel vergund, evenals de voorgestelde technische maatregelen aan de bestaande stal. Dat eiser 1 in zijn ogen hiermee niets opschiet, doet niet af aan het feit dat de geurbelasting hierdoor afneemt (en de omgeving er dus wel baat bij heeft). Deze beroepsgronden slagen niet.
Beslissing