2.1In het primaire besluit heeft verweerder eiser een last onder dwangsom opgelegd, waarbij de volgende dwangsommen, voor de daarbij aangegeven overtredingen worden verbeurd:
- € 3.000,00 ( maximaal eenmaal per maand) per constatering dat het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) en de Activiteitenregeling milieubeheer (Activiteitenregeling) worden overtreden, doordat niet wordt voldaan aan de vereisten voor de luchtwassers van het toegepaste emissiearme huisvestingssysteem, met een maximum van € 9.000,00;
- € 2.750,00 ( maximaal eenmaal per maand), per constatering dat sprake is van een verandering van de inrichting ten opzichte van de op 27 december 2011 verleende revisievergunning, met een maximum van € 8.250,00;
- € 2.750,00 ( maximaal eenmaal per maand), per constatering dat net wordt voldaan aan de vereisten voor de opslag van drijfmest in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling, met een maximum van € 8.250,00;
- € 1.000,00 ( maximaal eenmaal per maand), per constatering dat artikel 2.1 van he Activiteitenbesluit, betreffende het veilig gebruik van de inrichting, wordt overtreden, met een maximum van € 3.000,00;
- € 1.000,00 ( maximaal eenmaal per maand) per constatering dat artikel 3.120 van het Activiteitenbesluit, betreffende het voeren van een dierenregistratiesysteem, wordt overtreden, met een maximum van € 3.000,00;
- € 2.000,00 ( maximaal eenmaal per maand) per constatering dat opslag plaatsvindt in strijd met de voorschriften 1.1.1, 1.1.2, 2.2.1 en 6.1.1 van de op 27 december 2011 verleende omgevingsvergunning milieu, met een maximum van € 6.000,00.
De eerstgenoemde overtreding moet worden beëindigd binnen één maand na de datum van verzending van het besluit (21 april 2017) en de overige overtredingen binnen twee maanden na die datum.