ECLI:NL:RBOBR:2018:4778

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2018
Publicatiedatum
1 oktober 2018
Zaaknummer
C/01/338207 / BP RK 18-710
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verlof tot beslaglegging onder werkgever van ex-echtgenote ter verhaal van gemeenschappelijke schuld

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 september 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van T.O.M. B.V. tot het leggen van conservatoir beslag onder de werkgevers van de ex-echtgenoten, Start People B.V. en Randstad Uitzendbureau B.V. Het verzoek was gericht op het verhalen van een gemeenschappelijke schuld die tijdens het huwelijk is ontstaan door onrechtmatig handelen van de ex-echtgenoot. De rechtbank heeft het verzoek om beslag te leggen onder de werkgever van de ex-echtgenote afgewezen op grond van artikel 1:102 BW, maar verleende wel verlof voor beslag onder de werkgever van de ex-echtgenoot.

De verzoekster, T.O.M. B.V., stelde dat de ex-echtgenoot een bedrag van € 139.358,00 had verduisterd tijdens zijn dienstverband. De rechtbank oordeelde dat de vrouw niet hoofdelijk aansprakelijk kon worden gesteld voor de schuld, omdat deze enkel aan de man was verknocht. De rechtbank verwees naar jurisprudentie die stelt dat goederen en schulden in uitzonderlijke gevallen buiten de gemeenschap vallen, maar dat er in dit geval geen aanleiding was om aan te nemen dat de schuld aan de man was verknocht.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de gemeenschapsschuld kan worden verhaald op de goederen van de nog niet ontbonden gemeenschap, op het privévermogen van de man, maar niet op de privégoederen van de vrouw. De beschikking eindigde met de beslissing om verlof te verlenen voor beslag onder Randstad Uitzendbureau B.V. en het afwijzen van het verzoek om beslag onder de vrouw.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's‑Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/338207 / BP RK 18-710
beschikking van 28 september 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T.O.M. B.V.
gevestigd te Bladel,
verzoekster,
advocaat mr. M.L.J.A. de Vocht te Eindhoven
tegen

1.[verweerster] en

2. [verweerder]
beiden wonende te [woonplaats] ,
verweerders,
advocaat mr. G.Y Toprak te Eindhoven.
Partijen zullen hierna verzoekster en verweerders, dan wel (in plaats van verweerders) de vrouw en de man genoemd worden.

1.Inleiding

Op 13 september 2018 is ter griffie een verzoekschrift met 11 producties ontvangen inhoudende een verzoek dat strekt tot het verlenen van verlof voor het leggen van conservatoir beslag onder de in het verzoekschrift genoemde derden, te weten Start People B.V. te Almere (ten laste van de vrouw) en Randstad Uitzendbureau B.V. te Amsterdam (ten laste van de man).
Aangezien het verzoek in beide gevallen een beslag betreft op vorderingen uit hoofde van periodieke betalingen (loonbeslag) zijn beide partijen opgeroepen om te worden gehoord door de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Op 27 september 2018 is verzoekster met haar advocaat, en zijn verweerders met hun advocaat verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Verzoekster wenst beslag te leggen ten laste van beide verweerders ter verzekering van een vordering die zij stelt te hebben op verweerder sub 2 ter hoogte van € 139.358,00 inclusief rente en kosten.
De vordering vindt haar grondslag in een door de man jegens verzoekster gepleegde onrechtmatige daad. Verzoekster stelt dat de man in de tijd dat hij bij verzoekster als manager finance werkzaam was, aan verzoekster toebehorende gelden heeft verduisterd tot een bedrag van in ieder geval € 107.199,34. De man heeft dit erkend.
2.2.
Dat verzoekster ten gevolge van het handelen door de man schade lijdt en heeft geleden is voldoende aannemelijk. Niet weersproken is dat er vooralsnog geen zicht is op terugbetaling van de verduisterde gelden. Andere door verzoekster eerder gelegde beslagen onder verschillende banken en op de echtelijke woning hebben volgens verzoekster slechts ten dele doel getroffen, zodat voldoende aannemelijk is dat verzoekster belang heeft bij het door haar verzochte derdenbeslag onder Randstad Uitzendbureau B.V. Ten aanzien van dit beslag (ten laste van de man) zal hierna dan ook verlof worden verleend.
2.3.
De vrouw en de man zijn op 23 april 2010 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en zijn inmiddels gescheiden. Bij beschikking van 21 augustus 2018 is door de rechtbank Oost-Brabant (C/01/332636 / FA RK 18-1633) de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 5 september 2018 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
De schuld van de man aan verzoekster is ontstaan tijdens het huwelijk van verweerders, zodat de schuld een gemeenschappelijke schuld is.
Verzoekster wenst zich thans te verhalen op de vrouw door middel van het leggen van beslag onder haar werkgever.
De vrouw heeft hier tegen aangevoerd dat de schuld verknocht is aan de man omdat de schuld enkel en alleen door zijn toedoen is ontstaan en de vrouw hiervan op geen enkele wijze op de hoogte was, terwijl zij, noch de huwelijksgemeenschap op enigerlei wijze gebaat is geweest bij de ter beschikking gekomen gelden.
2.4.
Het verweer dat sprake is van een aan de man verknochte schuld slaagt niet. Blijkens de jurisprudentie (onder meer het arrest van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 3 oktober 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8571) vallen goederen en schulden slechts in uitzonderlijke gevallen op grond van bijzondere verknochtheid buiten de gemeenschap.
Bovendien is voor de beantwoording van de vraag of de schuld wegens het hoogstpersoonlijke karakter daarvan in afwijking van de hoofdregel van artikel 1:94 lid 2 BW aan de man is verknocht en zo ja, in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat de schuld in de gemeenschap valt, nader onderzoek nodig naar de feiten en omstandigheden van het geval, en daarvoor is in het kader van de beoordeling van het onderhavige verzoek tot het leggen van beslag geen gelegenheid. De voorzieningenrechter kan in het kader van deze verzoekschriftprocedure niet op voorhand zonder nader onderzoek aannemen dat sprake is van een uitzonderingssituatie zoals hierboven bedoeld.
2.5.
Desalniettemin wordt het verzoek om ten laste van de vrouw beslag te leggen onder haar werkgever afgewezen. Onder verwijzing naar artikel 1:102 BW overweegt de voorzieningenrechter dat hier sprake is van een gemeenschapsschuld waarvoor de vrouw na ontbinding van de gemeenschap hoofdelijk is verbonden. Deze gemeenschapsschuld kan verzoekster verhalen op de goederen van de nog niet ontbonden gemeenschap, op het privévermogen van de man en op hetgeen de vrouw na verdeling uit de gemeenschap heeft verkregen, maar niet op haar privégoederen, dus (ook) niet op de door haar te ontvangen periodieke betalingen uit hoofde van haar dienstbetrekking bij Start People.

3.Beslissing

De voorzieningenrechter,
3.1.
verleent verzoekster verlof om – conform verzoek onder punt III van het verzoekschrift – ten laste van de man conservatoir derdenbeslag te (doen) leggen onder Randstad Uitzendbureau B.V., gevestigd te Amsterdam,
3.2.
begroot de vordering van verzoekster op € 139.358,00 inclusief rente en kosten,
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg, voorzieningenrechter.