Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[werknemer 1] ,
31. –
1.Het verdere verloop van het geding
- het tussenvonnis van 19 oktober 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- een faxbericht (met producties 15 en 16) van de werknemers, gedateerd 18 januari 2018;
- een brief (met producties 17 tot en met 20) van de werknemers, gedateerd 22 januari 2018;
- de comparitie na antwoord (hierna: de zitting), gehouden op 30 januari 2018, waarbij van de zijde van de werknemers een pleitnotitie is overgelegd en voorgedragen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting op hun standpunt naar voren hebben gebracht.
2.De feiten
FNV toonde zich alleen bereid tot een minnelijke regeling te komen voor de zogenoemde eisers en voor de bij NRF werkzame FNV-leden. Hoewel de voorkeur van NRF uitging naar overleg dat betrekking had op alle medewerkers, was NRF wel bereid met FNV te praten over een minnelijke regeling die uitsluitend betrekking had op de leden. Echter, FNV stelde al direct dat ze vasthield aan 0% werknemersbijdrage voor de leden, voor zowel het verleden als de toekomst. Volgens NRF hoort bij een minnelijke oplossing dat alle betrokken partijen concessies doen, dus óók de leden. Nu werd er door FNV een onderscheid gemaakt tussen medewerkers die wel en geen lid zijn van FNV. Kortom, er werd alleen een concessie gedaan die de niet-leden raakte. Een uitgangspunt dat voor NRF onacceptabel is, ook omdat zich onder de leden medewerkers bevinden die begin 2014 hebben ingestemd met de nieuwe pensioenregeling en daardoor in een vergelijkbare positie verkeren als de overige medewerknemers maar niet-leden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dat NRF op 19 september 2013 in een kantinesessie heeft aangegeven de arbeidsvoorwaarden te willen versoberen, onder meer door het afbouwen van het premievrij pensioen (productie 8 bij conclusie van antwoord);
- dat de OR bij brief van 23 september 2013 aan de medewerkers van NRF heeft gevraagd ermee in te stemmen dat zij in dit kader namens de medewerkers als overlegpartner voor de directie zal fungeren (productie 9 bij conclusie van antwoord) en dat de meerderheid van de werknemers daarmee heeft ingestemd;
- dat op 21 november 2013 een tweede kantinesessie heeft plaatsgevonden, waarbij is gesproken over de voortgang van de onderhandelingen (productie 10 bij conclusie van antwoord);
- dat tussen NRF en de OR op 5 december 2013 een principe-akkoord is bereikt over de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden, waaronder de stapsgewijze invoering van een werknemersbijdrage pensioen voor de werknemers die al in dienst waren voor 1 januari 2009;
- dat het onderhandelingsresultaat ter stemming (anoniem) is voorgelegd aan alle werknemers – dus ook de werknemers die na 1 januari 2009 in dienst zijn getreden –
- dat op 9 januari 2014 tussen NRF en OR een overeenkomst aanpassing arbeidsvoorwaarden is gesloten gelijk aan het principe-akkoord van 5 december 2013;
- dat deze overeenkomst samen met de vernieuwde ‘Algemene Arbeidsvoorwaarden A’ door NRF bij brief van 10 januari 2014 aan de medewerkers is gestuurd, waarbij is vermeld dat de aanpassing van de eigen bijdrage aan de pensioenpremie per 1 januari 2014 zullen worden ingevoerd (productie 16 bij conclusie van antwoord);
- dat naar aanleiding van die brief bij NRF het signaal is ontvangen dat bij medewerkers de vraag is ontstaan of zij ‘nu wel of geen nieuwe arbeidsovereenkomst ontvangen ter ondertekening’;
- dat NRF die vraag per memo van 14 januari 2014 aan alle werknemers ontkennend heeft beantwoord en daarbij verder heeft aangegeven de medewerkers voldoende te hebben geïnformeerd (productie 17 bij conclusie van antwoord);
- dat FNV bij brief van 20 januari 2014 (productie 18 bij conclusie van antwoord) haar leden erop heeft geattendeerd dat wanneer zij het niet eens zijn met de wijzigingen, zij de directie daarvan per omgaande schriftelijk in kennis dienen te stellen en
schriftelijkzal informeren over de inhoud van de gemaakte afspraken en dat aan alle medewerkers inzichtelijk zal worden gemaakt wat de financiële gevolgen zijn van de eigen bijdrage. Vast staat dat dit omstreeks 11 december 2013 is gebeurd.