Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 19 december 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
[vergunninghouder], vergunninghouder.
Procesverloop
Overwegingen
- in stal 1 worden in plaats van 70 opfokzeugenplaatsen 32 kraamhokken gerealiseerd;
- in stal 1 worden in plaats van 210 dragende zeugen 195 dragende zeugen gehouden;
- in stal 1 worden in plaats van 1.750 gespeende biggen 1.568 gespeende biggen gehouden;
- de gespeende biggen in stal 1 blijven slechts in deze stal gehuisvest tot de leeftijd van 2 à 3 weken na het spenen;
- in stal 3 worden er in plaats van 480 gespeende biggen 378 gespeende biggen gehouden;
- in stal 4 worden in plaats van 24 opfokzeugen en 2 dekberen gehouden en 16 kraamhokken gerealiseerd. Het aantal guste en dragende zeugen in deze stal neemt met 10 stuks af;
- tussen de stallen 1 en 6 wordt een overkapping geplaatst;
- naast stal 6 wordt het voersysteem geplaatst;
- in stal 7 worden 4 dekberen en 31 opfokzeugen gehuisvest;
- de sleufsilo’s naast stal 6 worden gewijzigd gerealiseerd;
- in stal 5 worden in plaats van 400 guste en dragende zeugen 393 guste en dragende zeugen gehouden.