ECLI:NL:RBOBR:2017:5140
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Nuenen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 29 september 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Nuenen. Eiser, de eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van € 560.000, die was vastgesteld op 1 januari 2015. Na bezwaar werd de waarde verlaagd naar € 520.000, maar eiser was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning aannemelijk heeft gemaakt. Eiser had een lagere waarde van € 483.000 bepleit, onderbouwd met een taxatierapport van taxateur S. Hansen. De rechtbank oordeelde echter dat eiser zijn voorgestane waarde onvoldoende had onderbouwd en dat de heffingsambtenaar met zijn waardebepaling niet op onjuiste uitgangspunten was uitgegaan. De rechtbank concludeerde dat de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van € 520.000 niet te hoog was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. C.F.E. van Olden-Smit, in aanwezigheid van griffier mr. M.E.A. Schokker-Stadhouders.