ECLI:NL:RBOBR:2017:1660
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor opzettelijke onttrekking van een minderjarige aan wettig gezag
Op 22 maart 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk onttrekken van zijn minderjarige dochter aan het wettig gezag van de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, zonder toestemming van de moeder, zijn dochter in de periode van 27 juli 2016 tot en met 23 september 2016 naar het buitenland heeft meegenomen. De moeder had het hoofdverblijf van de dochter toegewezen gekregen door de rechtbank, maar de verdachte heeft deze beslissing genegeerd en de moeder geen informatie gegeven over de verblijfplaats van hun dochter. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 159 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, waarbij de verdachte zich gedurende twee jaren niet mag ophouden in Kaatsheuvel. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het handelen van de verdachte niet alleen in strijd was met de rechterlijke uitspraak, maar ook schadelijk voor de ontwikkeling van de minderjarige. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie grotendeels toegewezen, maar de opgelegde straf was lichter dan geëist.