In deze zaak vordert [eiser], in hoedanigheid van curator van de gefailleerde [de gefailleerde] B.V., een verklaring voor recht dat de Gemeente Grave onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade die de gefailleerde heeft geleden als gevolg van deze onrechtmatige daad. De gefailleerde, die zich bezighield met de bouw en reparatie van binnenvaartschepen, heeft in het verleden herhaaldelijk geklaagd over de beperkingen die de Gemeente oplegde aan de bouw van schepen van 135 meter, terwijl de Gemeente een bestemmingsplan had vastgesteld dat deze lengtebeperkingen oplegde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Gemeente niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat zij voldoende zorgvuldigheid heeft betracht in de voorbereidingsprocedure van het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat de Gemeente niet eerder had hoeven afzien van de lengtebeperkingen, en dat de gefailleerde onvoldoende heeft aangetoond dat de Gemeente's handelen direct heeft geleid tot het faillissement. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.