ECLI:NL:RBOBR:2016:2173

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
29 april 2016
Publicatiedatum
2 mei 2016
Zaaknummer
C/01/307339 / KG ZA 16-221
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over teruglevering van aandelen en merkrechten

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, is er een kort geding aangespannen door de curatoren van Brova B.V. tegen O&C Invest I B.V. en Purdey Mode B.V. De curatoren, vertegenwoordigd door mr. drs. Floris Pieter Gabriel Dix en mr. Ralf van der Pas, vorderden de teruglevering van aandelen en merkrechten van Purdey Mode B.V. aan Brova B.V. De procedure begon met een dagvaarding op 28 april 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 april 2016. Tijdens deze behandeling werd Purdey toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van O&C, ondanks bezwaren van de curatoren. De voorzieningenrechter heeft, gezien het spoedeisende karakter van de zaak, terstond mondeling uitspraak gedaan, waarbij de schriftelijke motivering later zou volgen.

De voorzieningenrechter heeft O&C veroordeeld om binnen 72 uur na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de teruggave van de aandelen en merkrechten aan de curatoren. Daarnaast is O&C een dwangsom opgelegd van € 100.000 per dag voor het niet voldoen aan deze veroordeling, met een maximum van € 5.000.000. Ook zijn de proceskosten aan de zijde van de curatoren begroot op € 1.198,04. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Tot slot constateerde de voorzieningenrechter dat Purdey niet rechtsgeldig vertegenwoordigd was ter zitting.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/307339 / KG ZA 16-221
Vonnis in kort geding van 29 april 2016
in de zaak van

1.MR. DRS. FLORIS PIETER GABRIEL DIX Q.Q.,

kantoorhoudende te Best,
2.
MR. RALF VAN DER PAS Q.Q.,
kantoorhoudende te Eindhoven,
beiden handelend in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BROVA B.V.,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het voegingsincident,
advocaten mrs. I.C.J.C. van de Klundert te Eindhoven en A.C.A. Klerks-Valks te Best,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
O&C INVEST I B.V.,
Voorheen genaamd
O&C FACTORING B.V.,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het voegingsincident,
gevestigd te Leusden,
advocaten mr. S.A.J. van Rossum en A.P.P. Witteveen te Amsterdam,
en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PURDEY MODE B.V.,
gevestigd te Leusden,
eiseres in het voegingsincident,
gevoegde partij aan de zijde van O&C Invest I B.V.,
advocaat mr. drs. T.S. Jansen te Amsterdam.
Partijen zullen de curatoren, O&C en Purdey genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 april 2016, met 17 producties,
  • het faxbericht van mr. Jansen van 26 april 2016, met een incidentele conclusie tot voeging,
  • de brief van mr. Van Rossum van 27 april 2016, met de akte overlegging producties, en 27 producties,
  • de brief van mr. Van de Klundert van 28 april 2016, met een akte overlegging producties, houdende twee aanvullende producties 18 en 19,
  • de mondelinge behandeling op 29 april 2016, de pleitnota van de curatoren,
  • de pleitnota van O&C,
  • de pleitnota van Purdey.
1.2.
Purdey is, in weerwil van het door de curatoren daartegen gemaakte bezwaar, in het voegingsincident toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van O&C, met dien verstande dat de voorzieningenrechter de mogelijkheid heeft opengelaten dat de uitkomst van de hoofdzaak de consequentie zou kunnen hebben dat Purdey niet rechtsgeldig ter zitting vertegenwoordigd zal blijken te zijn geweest.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft vanwege het zeer spoedeisend karakter van de zaak terstond mondeling uitspraak gedaan, onder globale opgave van de gronden. Vanwege het spoedeisend karakter wordt omwille van de snelheid vooralsnog volstaan met een weergave van het dictum. De schriftelijke motivering van het vonnis zal zo spoedig mogelijk volgen.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
2.1.
veroordeelt O&C om binnen 72 uur na betekening van dit vonnis onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan teruggave c.q. notariële levering aan Brova B.V., c.q. aan de curatoren in het faillissement van Brova B.V., van de aandelen in Purdey Mode B.V. en de aan Purdey Mode B.V. gerelateerde merken, te weten:
Merkrecht Registratienummer
[nummers]
en medewerking te verlenen aan aantekening daarvan in de daartoe bestemde registers onder terbeschikkingstelling van het aandeelhoudersregister van Brova B.V. aan curatoren;
2.2.
veroordeelt O&C om aan de curatoren een dwangsom te betalen van € 100.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat O&C niet aan de in 2.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000.000,-- is bereikt,
2.3.
veroordeelt O&C in de proceskosten, aan de zijde van de curatoren, tot op heden begroot op € 1.198,04,
2.4.
veroordeelt O&C in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat O&C niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
2.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.6.
constateert dat Purdey niet rechtsgeldig vertegenwoordigd ter zitting is verschenen;
2.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.L. Roosmale Nepveu en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2016.