In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, is er een kort geding aangespannen door de curatoren van Brova B.V. tegen O&C Invest I B.V. en Purdey Mode B.V. De curatoren, vertegenwoordigd door mr. drs. Floris Pieter Gabriel Dix en mr. Ralf van der Pas, vorderden de teruglevering van aandelen en merkrechten van Purdey Mode B.V. aan Brova B.V. De procedure begon met een dagvaarding op 28 april 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 april 2016. Tijdens deze behandeling werd Purdey toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van O&C, ondanks bezwaren van de curatoren. De voorzieningenrechter heeft, gezien het spoedeisende karakter van de zaak, terstond mondeling uitspraak gedaan, waarbij de schriftelijke motivering later zou volgen.
De voorzieningenrechter heeft O&C veroordeeld om binnen 72 uur na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de teruggave van de aandelen en merkrechten aan de curatoren. Daarnaast is O&C een dwangsom opgelegd van € 100.000 per dag voor het niet voldoen aan deze veroordeling, met een maximum van € 5.000.000. Ook zijn de proceskosten aan de zijde van de curatoren begroot op € 1.198,04. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Tot slot constateerde de voorzieningenrechter dat Purdey niet rechtsgeldig vertegenwoordigd was ter zitting.