Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 maart 2016 in de zaak tussen
Biospares B.V., te Nistelrode, opposant,
BIQ Group N.V., te ‘s-Gravenhage, (gemachtigde: C.A.W. van Steenbergen).
Procesverloop
Overwegingen
- er mogen geen nieuwe stoffen ten behoeve van gebruik in de mestvergisters worden aangeleverd op het terrein van de inrichting van opposant tot 21 maart 2016;
- er mogen geen stoffen in de mestvergisters worden gebracht tot 21 maart 2016;
- de naburige percelen (waaronder het perceel van Staatsbosbeheer), voor zover gelegen buiten de grens van de inrichting, dienen voor 16 maart 2016 te zijn opgeruimd.
- de overige maatregelen in rechtsoverweging 5.4 van de uitspraak van 10 december 2015 blijven onverkort van toepassing.
- ppposant heeft toegezegd alleen vloeibare meststoffen te gebruiken (met minder geurhinder als gevolg);
- zij zal zo snel mogelijk overstortleidingen monteren op vergisters 2 en 3 opdat bij schuimvorming overstromende stoffen meteen kunnen worden opgevangen en weggepompt;
- er zal 24-uurs monitoring van de inrichtingsprocessen plaatsvinden door middel van elektronische monitoring om overdruk op de kappen te monitoren (en zo nodig op te treden);
- verzoekster en opposant hebben zich bereid getoond te overleggen over het verbreken van een verzegelde toevoer om schuim remmend middel in de vergisters te brengen (om een einde te maken aan de overstroming);
- opposant heeft tot slot een verplaatsbare mestzak besteld die op 11 december 2015 wordt geleverd, waarin de overgestroomde meststoffen kunnen worden opgevangen.
- opposant diende uiterlijk 15 december 2015 alle overgestroomde (mest)stoffen op de naburige percelen geheel te verwijderen en ervoor te zorgen dat deze situatie zich niet meer herhaalt.
- Tot slot diende opposant de linkse (niet gekeurde) biogasmotor Jenbacher 3.20 buiten werking te stellen en te houden. Ter zitting heeft verzoekster aangegeven dat deze machine niet wordt gebruikt.
- opposant zal ook tijdens de lopende bezwaarprocedure en daarna moeten laten zien dat zij in staat is de inrichting te drijven zonder nieuwe overtredingen van de vergunning, de vergunningsvoorschriften en de algemene regels.
- Tussen partijen is niet in geschil dat sinds de uitspraak van 18 februari 2016 géén nieuwe stoffen ten behoeve van het gebruik in de mestvergisters zijn aangeleverd.
- De voorzieningenrechter heeft zelf waargenomen dat een overstortleiding op de mestvergisters is aangebracht. Ook heeft hij de mestzakken op het terrein gezien. Deze zijn niet aangesloten op de mestvergisters.
- De voorzieningenrechter heeft ook vastgesteld dat het perceel van Staatsbosbeheer niet is opgeruimd. Het weggestroomde digestaat ligt er nog steeds en is deels ingeklonken in de grond van het perceel van Staatsbosbeheer. Tussen het perceel van Staatsbosbeheer en het (wel opgeruimde) perceel van [naam H] ligt een grondwal die in opdracht van verzoekster is aangebracht. Wel is een hoeveelheid vloeistof weggepompt van het perceel van Staatsbosbeheer maar er liggen nog steeds plassen met vloeibare stoffen.
- Staatsbosbeheer heeft aangegeven dat door opposant per e-mail contact is gezocht voor overleg. Dit overleg heeft echter niet plaatsgevonden. Staatsbosbeheer heeft verder aangeven dat haar uitdrukkelijke toestemming is vereist voor opruimwerkzaamheden maar dat zij nog moet onderzoeken hoe haar perceel het beste kan worden opgeruimd.