Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 februari 2015 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
Procesverloop
10 februari 2015 toestemming verleend om uitspraak te doen zonder dat een nadere zitting plaatsvindt.
Overwegingen
Vici-subsidie is de brochure “Call for proposals Vernieuwingsimpuls subsidieronde 2013” (brochure) opgesteld.
18 december 2013 zullen worden gehouden. Bij brief van 29 november 2013 is eiser meegedeeld dat zijn interview op 17 december 2013 zal plaatsvinden.
Vici-kandidaten hun onderzoeksvoorstel gepresenteerd in een individueel interview. Hiertoe was de beoordelingscommissie opgesplitst in twee parallelle commissies (A en B), iedere dag bestaand uit wisselende samenstellingen van 10 tot 15 personen. Tussen de dagen en tussen de twee commissies was er een overlap in de aanwezige commissieleden, teneinde de beoordeling zo consistent mogelijk te laten zijn. De twee voorzitters hebben ieder een commissie voorgezeten. De twee parallelle commissies zijn wetenschapsbreed samengesteld, waarbij er wel zorg voor is gedragen dat de commissieleden met de meeste expertise op het vlak van een voorstel ook bij het betreffende interview aanwezig waren. Bovendien is er bij de indeling zoveel mogelijk voor gezorgd dat de commissieleden die voor de vergadering in november een preadvies over de uitgewerkte aanvraag hadden gegeven bij het interview aanwezig waren. Het waren deze preadviseurs die na de presentatie van de kandidaat de discussie startten. Het stond ieder commissielid tijdens de discussie met de kandidaat vrij vragen te stellen. Ter voorbereiding op de interviews ontvingen alle commissieleden voor de dag(en) dat zij aanwezig waren: de aanvragen (inclusief per aanvraag de lekensamenvatting bedoeld voor de brede commissie en een factsheet met informatie uit de aanvraag), de referentenrapporten, de weerwoorden, en de preadviezen die waren opgesteld in aanloop naar de novembervergadering. De opzet van de individuele interviews volgde telkens hetzelfde stramien in elk van de twee commissies: de kandidaat gaf een presentatie van maximaal 10 minuten, waarna de commissie gedurende 15 minuten in discussie trad met de kandidaat. Na telkens ongeveer drie interviews besprak de commissie deze interviews. Aan het einde van elke interviewdag gaf ieder commissielid individueel elk voorstel een cijfermatig oordeel tussen 1,0 (‘excellent’) en 9,0 (‘slecht’) op de drie beoordelingscriteria. Deze individuele cijfers (drie per voorstel) werden aan het eind van iedere dag in een Excelsheet ingevoerd, waarbij de scores per commissielid werden genormaliseerd. Sommige commissieleden hebben een ochtend in de ene en een middag in de andere commissie deelgenomen. Zij hebben hun scores voor het ochtenddeel al halverwege de dag ingeleverd. Op de laatste interviewdag ontstond de definitieve ranking van de voorstellen op basis van de eindscore per project. Aan het einde van de derde interviewdag hebben secretarissen de definitieve ranking voorgelegd aan de twee voorzitters en de waarnemend voorzitter. Daarna is de ranking via de mail nog aan de hele commissie voorgelegd samen met een motivering per voorstel. Uit de definitieve ranking met de bijbehorende cijfers vloeide na afloop van alle interviews een NWO-kwalificatie voort.
Kwaliteit van de onderzoeker
De presentatie was helder. In de discussie werd blijk gegeven van goede kennis van het desbetreffende onderzoeksterrein, maar de beantwoording van de vragen tijdens de discussie was op punten niet overtuigend.
Kwaliteit van het onderzoek
Kennisbenutting
22 juli 2014 gezamenlijk het besluit op bezwaar vormen (hierna samen te noemen het bestreden besluit). Uit het karakter van de bezwaarschriftprocedure vloeit voort dat indien het bestuursorgaan na heroverweging tot de conclusie komt dat het aangevochten besluit niet in stand kan blijven, dit orgaan niet kan volstaan met (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het bezwaarschrift. In dat geval dient voor het onjuist bevonden besluit een nieuw besluit in de plaats te worden gesteld, behoudens het geval waarin de enkele herroeping van het besluit voldoende is (zie de uitspraak van de Afdeling van 19 maart 2003, ECLI:NL:RVS: 2003:AF5983). Die uitzondering doet zich hier niet voor. Tussen de (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het door eiser gemaakte bezwaar en de herroeping van het primaire besluit en de daarop volgende handhaving van de afwijzing van de aanvraag van eiser bestaat een onverbrekelijke samenhang. Dat eiser door deze handelwijze van verweerder in zijn (processuele) belangen is geschaad, is niet aannemelijk geworden.
25 februari 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BH3950). De door Z gebezigde formuleringen dragen veel te weinig het zakelijk karakter dat past bij de rol van preadviseur. Betoogd kan worden dat het interview met de beoordelingscommissie de functie heeft eventuele onduidelijkheden over het onderzoeksvoorstel weg te nemen. Daar kan tegen in worden gebracht dat in de referentenrapporten helemaal geen vraagtekens waren geplaatst over empirische aspecten. Als dan in het interview daar onverwacht een discussiepunt van wordt gemaakt, dan is de kritiek voor een aanvrager moeilijk te pareren. Eiser is tijdens het interview overvallen door de kritiek zoals deze bij Z leefde en heeft zich daartegen niet adequaat kunnen verweren.
13 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ1246) komt verweerder bij het toekennen van een Veni-, Vidi- of Vici-subsidie beleidsvrijheid toe en heeft verweerder beoordelingsvrijheid bij de waardering van de onderzoeksvoorstellen van de individuele aanvragers. Het bestreden besluit moet daarom door de rechter terughoudend worden getoetst. De rechter dient te toetsen of verweerder in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen en of dat besluit in strijd met de wet of een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur is genomen. Hierbij dient de rechter mede de zorgvuldigheid van de gevolgde selectieprocedure en de inzichtelijkheid en toereikendheid van de aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde motivering in zijn oordeel te betrekken.