ECLI:NL:RBOBR:2015:5093
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.J. de Lange
- J.D. Streefkerk
- G. Neelis
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om planschadevergoeding in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 augustus 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om planschadevergoeding van eiser, die eigenaar is van een woning in een zogenoemd verwevingsgebied. Eiser had schade geclaimd als gevolg van de vaststelling van het Reconstructieplan Beerze-Reusel, dat op 29 juni 2005 in werking trad. De rechtbank oordeelde dat de gestelde (vermogens)schade niet in een zodanig nauw verband met het reconstructieplan staat dat deze aan het plan kan worden toegerekend. De rechtbank concludeerde dat de schade, die eiser toeschrijft aan de vaststelling van het reconstructieplan, niet veroorzaakt is door dit plan, maar eerder door andere factoren zoals de aanwezigheid van intensieve veehouderij in de nabijheid van zijn woning.
Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, dat zijn verzoek om planschadevergoeding had afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat de schade niet kan worden toegerekend aan de vaststelling van het reconstructieplan. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar adviezen van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ), die concludeerden dat de vaststelling van het reconstructieplan en de correctieve herziening daarvan voor eiser niet leidde tot een nadeliger positie.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State eerder had geoordeeld dat de vaststelling van het reconstructieplan geen rechtstreekse planologische doorwerking heeft. Dit betekent dat de schade die eiser heeft geleden niet kan worden aangemerkt als schade die voortvloeit uit de vaststelling van het reconstructieplan. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser verworpen en het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.