3.1.[eisers] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A
. primair: een verklaring voor recht dat Van den Bosch B.V. als werkgever van eisers te gelden heeft en dat het aan eisers sub 1, III tot en met VI en IX tot en met X op 11 februari 2014 door Van den Bosch B.V. gegeven ontslag nietig is;
subsidiair:
1. een verklaring voor recht dat Van den Bosch B.V. als werkgever van eisers te gelden heeft en dat het aan eisers sub I, III tot en met VI en IX tot en met X op 11 februari 2014 door Van den Bosch B.V. gegeven ontslag schadeplichtig danwel kennelijk onredelijk is;
2.
veroordeling van Van den Bosch tot herstel van de op 11 februari 2014 opgezegde arbeidsovereenkomsten van eisers sub I, III tot en met VI en IX tot en met X binnen vijf dagen na het in dezen te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan eisers sub I, III tot en met VI en IX tot en met X te betalen dwangsom van € 250,- per dag, onder de bepaling dat Van den Bosch B.V. over de periode dat het dienstverband onderbroken is geweest cq zal zijn
loon cq een schadevergoeding ter grootte van het loon verschuldigd is aan eisers sub 1, III tot en met VI en IX tot en met X;
B. veroordeling van
primairVan den Bosch en
subsidiairSilo-Tank tot:
1. betaling aan eiser sub 1 van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 75.213,47 bruto en
€ 24.433,92 netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub I netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub 1 gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
2. betaling aan eiser sub II van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 104.673,20 bruto en € 32.949,36 netto, verminderd met een bedrag van € 48.162,04 netto, alsmede tot betaling van de door eiser sub II gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
3. betaling aan eiser sub III van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 109.988,46 bruto en € 34.783,92 netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub III netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat liet dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub III gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
4. betaling aan eiser sub IV van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 127.144,62 bruto en € 42.053,76 netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub IV netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub IV gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 3W, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
5. betaling aan eiser sub V van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 159.867,89 bruto en € 53.298 ,- netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub V netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub V gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
6. betaling aan eiser sub VI van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 159.867,89 bruto en € 53.298,- netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub VI netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub VI gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
7. betaling aan eiser sub VII van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 53.202,56 bruto en € 18.246,72 netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub VII netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub VII gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
8. betaling aan eiser sub VIII van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 53.202,56 bruto en € 18.246,72 netto, verminderd met hetgeen aan eiser sub VIII netto is betaald, alsmede tot betaling van de door eiser sub VIII gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
9. betaling aan eiser sub IX van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 159.867,89 bruto en € 53.298,-- netto, verminderd met een bedrag van € 64.181,-- netto, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub IX gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
10. betaling aan eiser sub X van een bedrag aan achterstallig salaris ad € 159.867,89 bruto en € 53.298,-- netto, verminderd met hetgeen aan eiser netto is betaald, alsmede tot betaling van een salaris van € 3.554,74 bruto per maand, vanaf 1 maart 2014 tot op de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van de door eiser sub X gewerkte overuren, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, een en ander te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te stellen op 50% en de wettelijke rente over deze bedragen, vanaf de datum waarop de loonbetaling had dienen plaats te vinden, tot de dag dat daadwerkelijk is betaald;
C. hoofdelijke veroordeling van Van den Bosch en Silo-Tank tot het binnen veertien dagen
na de datum waarop het vonnis in deze procedure wordt gewezen aan eisers verstrekken van gegevens waaruit de door eisers gewerkte tijd in de periode van 1 januari 2009 tot en met de datum waarop het vonnis wordt gewezen op eenvoudige wijze afgeleid kan worden, op straffe van verbeurte van een aan [eisers] te betalen dwangsom van € 250,- per dag;
D. hoofdelijke veroordeling van Van den Bosch en Silo-Tank tot betaling van de kosten van
deze procedure, de kosten van het gelegde beslag en het salaris van de gemachtigde
van [eisers] daaronder begrepen.