AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Gewelddadige woningoverval met verkrachting en diefstal in Helmond
Op 8 oktober 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte werd beschuldigd van een gewelddadige woningoverval in Helmond op 30 oktober 1999. De verdachte heeft samen met een mededader een woning binnengevallen, waarbij de bewoonster, [slachtoffer 1], meermalen is verkracht en zowel zij als haar partner, [slachtoffer 2], zijn bedreigd met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bewijs grotendeels is gebaseerd op DNA-sporen die zijn aangetroffen op de plaats delict. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de verkrachting en diefstal, maar kon geen vrijheidsstraf opleggen vanwege de reeds opgelegde langdurige gevangenisstraffen aan de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf, conform artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De benadeelde partijen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], hebben schadevergoeding gevorderd, welke door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan beide slachtoffers, met een totaalbedrag van € 6.500,- aan [slachtoffer 1] en € 2.644,54 aan [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen integraal toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van het delict tot aan de dag van algehele voldoening.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie Brabant Oost, Dienst Regionale Recherche, dossiernummer 18092013/0730/20194 en onderzoeknummer 2233120414, aantal doorgenummerde bladzijden 736.
2.Aangifte [slachtoffer 1], pp. 67-85 en aangifte [slachtoffer 2], pp. 109-114
3.Verklaring [slachtoffer 2] d.d. 30 oktober 1999, p. 102
4.Aangifte p. 79, goederenbijlage aangifte [slachtoffer 1] p. 84, p. 82 ([slachtoffer 1]) en p. 113 ([slachtoffer 2])
5.P. 82, beschrijving letsel p. 61 door arts [arts]
6.Verklaring [slachtoffer 1] d.d. 25 oktober 2012, p. 263
7.Sporendragers omschreven op p. 333, in het verzoek aan officier van justitie mr. Robben om DNA-onderzoek aan deze sporen te laten doen door het NFI (toen nog aangeduid als: “Het Gerechtelijk Laboratorium”, Rb.). Mr. Robben heeft deze aanvraag getekend. (p. 334)
8.Bijlage bij rapportage “DNA-profielcluster 20975”, p. 342.
9.P. 343
10.P. 344
11.Rapportage NFI, pp. 346-355
12.Rapportage NFI d.d. 25 februari 2013, pp. 356 – 375.
13.Noot 29, p. 358 i.s.m. p. 362
14.Ook heeft zij aangegeven dat er bij deze indeling drie (hoofd)typen haar worden onderscheiden: het negroïde, het Aziatische en het Europese type.
15.DNA afkomstig uit de celkern,
16.Afkomstig uit de mitochondriën, kleinere structuren binnen een lichaamscel die een rol hebben in de energievoorziening van die cel, zie toelichting op p. 365.
17.Rapport p 367.
18.Rapport p. 369.
19.Rapport p. 374
20.Toelichtende verklaring van deskundige ing. Dieltjes ter zitting d.d. 24 september 2014
21.Verklaring [persoon 1] p. 246-248
22.Verklaring [persoon 2], p. 239-240
23.De rechtbank doelt hier uiteraard op (o.a.) de arresten van de Hoge Raad d.d. 19 april 2005 (NJ 2006, 10) en 19 februari 2013 (NJ 2013, 436), een en ander zoals geciteerd door OvJ en raadsman.