In deze zaak gaat het om een deelgeschil in het kader van letselschade, waarbij verzoeker, die op 28 december 2010 ten val kwam bij het tankstation van Shell Floraplein in Eindhoven, aansprakelijkheid eist voor de schade die hij heeft geleden. De valpartij vond plaats op een winterse dag met veel sneeuw, en verzoeker stelt dat hij is uitgegleden over sneeuw- en olie- of brandstofresten die zich naast zijn auto bevonden. De rechtbank concludeert dat de exacte toedracht van de valpartij niet vaststaat. Verondersteld dat verzoeker is uitgegleden over sneeuwresten, oordeelt de rechtbank dat Shell Floraplein niet aansprakelijk is, omdat van haar een verhoogde oplettendheid en voorzichtigheid van klanten mocht worden verwacht, gezien de winterse omstandigheden. De rechtbank overweegt dat Shell Floraplein voldoende maatregelen had getroffen om de veiligheid van klanten te waarborgen, zoals het schoonmaken van de vloer onder de luifel en het strooien van zout. De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker af, omdat er geen onrechtmatige gevaarzetting is vastgesteld. Daarnaast wordt het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen, omdat verzoeker geen schade lijdt door zijn rechtsbijstandsverzekering. De beslissing is op 2 mei 2014 openbaar uitgesproken door mr. I.L.P. Crombeen.