ECLI:NL:RBOBR:2014:2420
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan machtiging en onjuiste stukken
Op 22 april 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in de zaak tussen Fitland Vastgoed II B.V. en de heffingsambtenaar van de gemeente Gemert-Bakel uitspraak gedaan. De rechtbank heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit volgde op het feit dat de rechtbank niet in staat was om de machtiging van de gemachtigde van eiseres te verifiëren, omdat de overgelegde stukken niet betrekking hadden op de juiste rechtspersoon. Eiseres had een beroep ingesteld tegen de aanslagen onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor het kalenderjaar 2013, waarbij de waarden van twee onroerende zaken in Gemert waren vastgesteld. De rechtbank had eerder de gemachtigde van eiseres in de gelegenheid gesteld om de benodigde documenten aan te leveren, maar de ingediende stukken betroffen een andere rechtspersoon, Fitland Vastgoed I B.V., waardoor de rechtbank niet kon vaststellen of de machtiging correct was afgegeven. De rechtbank oordeelde dat het beroepschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het verzuim niet tijdig was hersteld. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad ter ondersteuning van haar beslissing. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. Y.S. Klerk als voorzitter, en de leden mr. M.M.L. Wijnen en mr. M.P. Schutte. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.