Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 april 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
.
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep gericht tegen bestreden besluit I gegrond;
- vernietigt bestreden besluit I voor zover dit betrekking heeft op de herziening en terugvordering over de periode van 22 november 2010 tot 8 december 2010;
- herroept primair besluit I in zoverre daarbij de uitkering over de periode van 22 november 2010 tot 8 december 2010 is herzien en teruggevorderd en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit I;
- draagt verweerder op een nieuw besluit op bezwaar te nemen met betrekking tot de hoogte van het over de periode van 8 december 2010 tot en met 31 januari 2012 terug te vorderen bedrag;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.948,00, te betalen aan eiseres;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 44,00 vergoedt;
- draagt verweerder op een besluit te nemen ter zake van te vergoeden wettelijke rente met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen;
- verklaart het beroep gericht tegen bestreden besluit II ongegrond.