Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 oktober 2013 in de zaak tussen
en [eiseres](eiseres), te [woonplaats], eisers
de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 259/91 (Verordening). Op
21 september 2011 heeft verweerder hierop beslist.
– kort gezegd – dat elke lidstaat een instantie aanwijst die verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening en dat die instantie in voorkomend geval de maatregelen neemt die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de rechten van de passagiers worden geëerbiedigd.
Beslissing
mr. P.H.C. Schoemaker, leden, in aanwezigheid van mr. drs. J.J.M. Goosen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2013.