Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2013 in de zaken tussen
[eiser] te [woonplaats], eiser,
de minister van Veiligheid en Justitie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
€ 312,00 (zijnde tweemaal € 156,00) vergoedt.
Beslissing
- verklaart de beroepen tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond;
- stelt vast dat verweerder als gevolg van het niet tijdig beslissen op de aanvragen twee dwangsommen van in totaal € 2.520,00 verschuldigd is;
- bepaalt dat verweerder aan eiser de wettelijke rente over € 2.520,00 verschuldigd is, met ingang van 30 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- draagt verweerder op alsnog een besluit op de aanvraag in de zaak met kenmerk SHE 12/1984 te nemen, binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder een aan eiser te betalen dwangsom van € 100,00 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,00;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 255,64;
- bepaalt dat verweerder de betaalde griffierechten van € 312,00 aan eiser vergoedt.
mr. B. van der Bruggen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
11 september 2013.