ECLI:NL:RBNNE:2025:837

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
11250028 BU VERZ 24-1815
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrond beroep inzake parkeerverbod tijdens laden en lossen van goederen

Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep van een betrokkene, wonende in Hurdegaryp, die een sanctie van € 119,00 had ontvangen voor het parkeren van zijn voertuig in een parkeerverbod(szone) op 6 januari 2023. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, stelde dat hij bezig was met het laden en lossen van goederen voor zijn winkel in ballonnen en toebehoren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene inderdaad goederen vervoerde die niet of moeilijk anders dan per voertuig konden worden opgehaald of gebracht. De kantonrechter oordeelde dat de tijd die de gemachtigde nodig had om te laden en lossen, vier minuten, gelet op de omstandigheden, niet onredelijk was. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking, en bepaalde dat de zekerheidstelling aan de betrokkene moest worden terugbetaald. De uitspraak benadrukt het belang van de context van laden en lossen in relatie tot parkeerverboden en de redelijkheid van de tijd die daarvoor nodig is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 254967859
zaaknummer: 11250028 BU VERZ 24-1815
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 11 februari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (de betrokkene),

wonende in Hurdegaryp;
gemachtigde: [gemachtigde].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : D.W. Veenstra
Gemachtigde is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. E. Berkeljon (de vertegenwoordigster).
De verweten gedraging is R584 – ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 6 januari 2023, om 10:55 uur, op de [straatnaam] in Leeuwarden. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Gemachtigde was de bestuurder van het voertuig ten tijde van de verweten gedraging. Hij stelt dat hij aan het laden en lossen was, ten behoeve van zijn winkel in ballonnen en toebehoren. De verbalisant reed achter gemachtigde, reed een klein rondje, maakte een foto en reed door. Dit duurde al met al drie à vier minuten, terwijl dit precies de tijd is die gemachtigde nodig heeft om van de laad- en loslocatie naar zijn winkel te lopen, te laden en terug te lopen naar de auto. Toen hij terugliep stapte de verbalisant in de auto en reed hij weg. Betrokkenes auto stond op een plek waar laden en lossen is toegestaan, met draaiende motor, alarmlichten aan en gemachtigdes dochter in de bijrijdersstoel. Hij heeft geen andere keus om zijn winkel te bedienen. De tijd die nodig is voor laden en lossen is volgens hem nogal een grijs gebied, maar hij en zijn klanten moeten grote en zware goederen laden en lossen. Hij stelt dat de verbalisant in dit geval de moeite had moeten nemen om te onderzoeken wat hij deed, bijvoorbeeld door zijn kind te vragen of gemachtigde zelf aan te spreken.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak.
De kantonrechter verklaart het beroep gegrond, omdat sprake was van het laden en lossen van goederen. Hij overweegt daarbij als volgt.
Gemachtigde betwist niet dat op de bewuste plaats sprake is van een parkeerverbod(szone) en dat hij zijn voertuig niet op een als zodanig aangeduide parkeerplaats had neergezet. Voor de vaststelling of de gedraging is verricht, is van belang om vast te stellen of de betrokkene al dan niet heeft geparkeerd. Ingevolge artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) wordt onder parkeren verstaan: “het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.” Onder laden en lossen van goederen wordt verstaan: “het onmiddellijk, nadat het voertuig tot stilstand is gebracht, bij voortduring inladen of uitladen van goederen gedurende de tijd die daarvoor nodig is”. [1] Het moet gaan om goederen die niet of moeilijk anders dan per voertuig ter plaatse kunnen worden opgehaald of gebracht. [2]
De kantonrechter volgt het standpunt van de vertegenwoordigster dat in dit geval sprake was van laden en lossen. Gemachtigde heeft aannemelijk gemaakt dat hij inderdaad goederen vervoerde die niet of moeilijk anders dan per voertuig ter plaatse konden worden opgehaald of gebracht, zoals zware standaards voor ballonnen en ander toebehoren. Ook is voldaan aan het vereiste dat het laden en lossen onmiddellijk gedurende de tijd die daarvoor nodig is moest plaatsvinden. Gemachtigde stond op een plek waar hij geen hinder veroorzaakte en waar vaker wordt geladen en gelost. In deze situatie kon gemachtigde eigenlijk niet anders handelen dan hij deed. De verbalisant heeft verklaard dat gedurende vier minuten geen activiteit plaatsvond met betrekking tot het voertuig. Het hanteren van een pardontijd is geen vereiste, maar vier minuten is gelet op de omvang van de goederen en het feit dat de alarmlichten aan stonden en nog iemand op de passagiersstoel zat, zó kort dat de verbalisant langer had kunnen wachten alvorens een sanctie op te leggen.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
  • vernietigt die beschikking;
  • bepaalt dat de zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.HR 12 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2760.
2.HR 10 juni 1975, LJN:AJ4297.