Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 januari 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , [vestigingsplaats] , eiseres
de Autoriteit Persoonsgegevens, de AP
Inleiding
Feiten en totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Meta Platforms e.a.van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) volgt dat deze rechtvaardigingsgrond restrictief moet worden uitgelegd, omdat de verwerking van persoonsgegevens op deze grond rechtmatig kan zijn zonder dat een betrokkene toestemming heeft gegeven voor de verwerking van persoonsgegevens. [11]
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbondvan het HvJEU, op het gewijzigde standpunt gesteld dat het promotiebelang van eiseres en derden en het sociale belang van derden een gerechtvaardigd belang zijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder f, van de AVG. Gelet op dit arrest kan volgens de AP niet langer gesteld worden dat enkel een rechte afdwingbaar belang gezien kan worden als een gerechtvaardigd belang. [20]
Meta Platforms e.a. van het HvJEU volgt dat de voorwaarde dat belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de bij de gegevensbescherming betrokken persoon niet zwaarder mogen wegen dan het gerechtvaardigde belang van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, een afweging impliceert van de betrokken tegengestelde rechten en belangen die in beginsel afhangt van de omstandigheden van het concrete geval. [28]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 11 augustus 2022 voor zover daarin de hoogte van de bestuurlijke boete is bepaald op € 500,-;
- herroept het besluit van 9 juli 2021 voor zover daarin de hoogte van de bestuurlijke boete is bepaald op € 500,-;
- legt aan eiseres een bestuurlijke boete op van € 375,- en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het besluit;
- bepaalt dat de AP het griffierecht van € 365,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt de AP tot betaling van € 3.174,50 aan proceskosten aan eiseres.