Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 258118289
zaaknummer: 11289231 BU VERZ 24-2127
uitspraak van de kantonrechter van 13 februari 2025
inzake
[betrokkene] (betrokkene),
wonende in [woonplaats].
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de kantonrechter het beroep van betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep tegen de inleidende beschikking.
1.1.
Aan betrokkene is een sanctie opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verweten gedraging betreft ‘op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft’, verricht op 23 mei 2023, om 19:15 uur, locatie: N372 Roderweg kruising Roderwolderweg in Roden, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
1.2.
Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie. De behandeling van het beroepschrift heeft plaatsgevonden op de openbare zitting van
28 januari 2025. Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic.
28 januari 2025. Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic.
Beoordeling door de kantonrechter
2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de door betrokkene aangevoerde beroepsgronden.
3. De kantonrechter komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Betrokkene heeft op een kruispunt niet de richting gevolgd die de voorsorteerstrook aangeeft en heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd, die kunnen leiden tot het verminderen of achterwege laten van de sanctie. Hierna legt de kantonrechter uit, hoe hij tot zijn oordeel komt.
Niet de voorsorteerstrook volgen
4. Betrokkene voert aan dat artikel 123 RVV 1966 regelt dat een bestuurder die constateert dat hij op het onjuiste voorsoorteervak rijdt de juiste rijstrook mag opzoeken voorzover hij daarmee de veiligheid niet in gevaar brengt. Daarnaast worden de voorsoorteerstroken van elkaar gescheiden door geblokte markering, waarvan de laatste vijf meter ononderbroken is.
5. De vertegenwoordiger is van mening dat de gedraging kan worden vastgesteld op basis van de foto’s. Artikel 78 RVV 1990 is in de plaats gekomen van artikel 123 RVV 1966. Zaken zoals drukte en overzichtelijkheid op de weg zijn niet van belang bij toepassing van deze bepaling.
6. De beroepsgronden slagen niet. Op basis van de foto’s in het dossier staat vast dat betrokkene de gedraging heeft verricht. Op de foto’s is te zien dat betrokkene voorgesorteerd stond om naar links af te slaan en dat hij een andere richting is gevolgd. Voor het verrichten van deze gedraging is niet van belang of al dan niet de blokmarkering of een doorgetrokken streep is overschreden maar of de richting aangegeven op de voorsorteerstrook, waarvan gebruik is gemaakt, wordt gevolgd. [1] Dat is niet gebeurd. Dat betekent dat de gedraging is verricht. Daarvoor is terecht een sanctie opgelegd.
7. Daarbij is van belang dat artikel 78 RVV 1990 in de plaats is gekomen van artikel 123 RVV 1966. Uit het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 7 juni 2000 blijkt dat dit nieuwe artikel betekent dat geen uitzondering wordt gemaakt voor situaties waarin de verkeersveiligheid niet in gevaar is gebracht. [2]
Omstandigheden
8. Betrokkene stelt dat de verkeerssituatie rustig en overzichtelijk was. Daarnaast voert hij aan dat de boete voor het niet volgen van de richting die de voorsorteerstrook aangeeft even hoog is als de sanctie voor het rijden door rood licht, terwijl de laatste overtreding ernstiger zou zijn.
9. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de sanctie te matigen. Dat de boete voor het rijden door rood licht even hoog is, maakt de overtreding van artikel 78 RVV 1990 niet minder verwijtbaar. Verder is niet aangetoond hoe rustig de verkeerssituatie daadwerkelijk was. Het enkele feit dat deze rustig zou zijn, biedt in dit geval onvoldoende grond voor matiging.
Conclusie
10. De gedraging kan worden vastgesteld en de kantonrechter ziet geen reden tot matiging of het achterwege laten van de sanctie. Dit betekent dat hij het beroep ongegrond verklaart en dat de beslissing van de officier van justitie in stand blijft.
Beslissing
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, kantonrechter, in aanwezigheid van
mr. W.B. Jongsma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025.
mr. W.B. Jongsma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2025.
griffier, kantonrechter,
Rechtsmiddel
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: