ECLI:NL:GHLEE:2000:ZJ0009
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Vellinga
- Dijkstra
- Kalsbeek
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van administratieve sanctie wegens verkeersgedrag op kruispunt
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 juni 2000 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Rotterdam van 11 februari 2000. De zaak betreft een administratieve sanctie die was opgelegd aan een betrokkene, vertegenwoordigd door S.J.J.I. van Driel, voor het volgen van een andere richting dan de voorsorteerstrook op 17 maart 1999 op de Stadionweg te Rotterdam. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarop de betrokkene in hoger beroep ging. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
De betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat de omstandigheden ter plaatse, waaronder wegwerkzaamheden, onoverzichtelijk waren en dat de bestuurder niet tijdig had kunnen ontdekken dat zij zich in de verkeerde rijstrook bevond. De betrokkene stelde dat er geen gevaarlijke situatie was ontstaan door het wisselen van rijstrook, omdat een vrachtwagenchauffeur haar de gelegenheid bood om te wisselen. Het hof overwoog dat artikel 78 van het RVV 1990 vereist dat bestuurders gebruik maken van de voorsorteerstrook die overeenkomt met de richting die zij willen volgen.
Het hof concludeerde dat de door de betrokkene aangevoerde omstandigheden niet van zodanig gewicht waren dat deze het opleggen van de administratieve sanctie niet billijken. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter, waarbij de sanctie van ƒ 180 werd gehandhaafd. De uitspraak benadrukt het belang van verkeersveiligheid en de naleving van verkeersregels, zelfs in situaties waarin de bestuurder niet de intentie had om gevaar te veroorzaken. Het hof onderstreepte dat de wetgeving is ontworpen om een veilig verkeersbeeld te bevorderen en dat overtredingen van verkeersregels, ongeacht de omstandigheden, kunnen leiden tot sancties.