3.4.Het college heeft op 22 april 2025 het bestreden besluit in stand gelaten en het in te vorderen bedrag voor houtopstand 2 gematigd met 90%. Tijdens de bezwaarprocedure is vastgesteld dat de bevoegdheid tot invordering van de verbeurde dwangsom voor houtopstand 3 verjaard is.
4. Eiser voert aan dat houtopstand 2 voor 1 januari 2024 herbeplant is. Dat blijkt volgens hem ook uit het inspectierapport van 8 februari 2024 en de daarbij behorende foto’s. Omdat de herbeplanting op perceel [1] niet aansloeg, heeft hij herbeplant op perceel [2]. Verder stelt eiser dat de controle in bezwaar ten onrechte is uitgevoerd door dezelfde toezichthouder als de controle op 31 januari 2024.
Beoordeling
Welk recht is van toepassing?
5. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet een overtreding heeft plaatsgevonden, en vóór dat tijdstip een last onder dwangsom is opgelegd voor die overtreding of dreigende overtreding, dan blijft op grond van artikel 4.23, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet op die opgelegde last onder dwangsom en de invordering daarvan het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet van toepassing tot het tijdstip waarop de last volledig is uitgevoerd, de dwangsom volledig is verbeurd en betaald, of de last is opgeheven.
De last onder dwangsom is in deze zaak op 23 mei 2023 opgelegd. Dat betekent dat in dit geval de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet natuurbescherming van toepassing blijven.
Heeft eiser procesbelang?
6. De rechtbank moet, voordat zij toekomt aan de behandeling van de beroepsgronden, ambtshalve beoordelen of eiser nog procesbelang heeft. Eiser heeft procesbelang als het college nog bevoegd is om de verbeurde dwangsommen in te vorderen.Het college is bevoegd om verbeurde dwangsommen in te vorderen, tenzij de bevoegdheid is verjaard.
Uit de door het college overgelegde stukken blijkt dat het college tijdig stuitingshandelingen heeft verrichten dat de invorderingsbevoegdheid niet is verjaard. Eiser heeft deze stukken niet betwist. Eiser heeft dus procesbelang en de rechtbank kan het beroep inhoudelijk beoordelen.
Mocht het college de verbeurde dwangsom invorderen?
7. De rechtbank stelt vast dat de opgelegde last onder dwangsom onherroepelijk is, eiser heeft daartegen geen bezwaar ingediend. Verder zijn partijen het erover eens dat er wel herbeplant is, maar dat die herbeplanting niet op perceel [1] heeft plaatsgevonden. Er is namelijk herbeplant op perceel [2]. Tussen partijen is niet in geschil dat voor herbeplanting op een andere locatie een ontheffing op grond van artikel 4.5 van de Wet natuurbeschermingnodig was en dat die ontheffing op 1 januari 2024 niet verleend was. Ook staat vast dat eiser meerdere keren is gewezen op de verplichting om bij herbeplanting op een andere locatie, hiervoor een ontheffing aan te vragen.
De rechtbank is van oordeel dat hieruit volgt dat er niet voldaan is aan de last; er is wel herbeplant voor 1 januari 2024, maar op een andere locatie, zonder dat daar een ontheffing voor was verleend. Daarmee is van rechtswege een dwangsom verbeurd.