In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, uitgesproken op 24 januari 2025, wordt het bezwaar van verzoeker tegen de Lijst der Geldelijke Regelingen (LGR) in het kader van de herverkaveling Franekeradeel-Harlingen beoordeeld. Verzoeker, een melkveehouder, heeft bezwaar aangetekend tegen de waardering van zijn percelen en de toedeling in het ruilplan. De rechtbank oordeelt dat de motivering van het besluit van Gedeputeerde Staten voldoende is en dat de waardering van de percelen in overeenstemming met de geldende regelgeving is uitgevoerd. De rechtbank wijst erop dat de indeling in ruilklassen en de waardering van de percelen zijn gebaseerd op de bodemgeschiktheid en de gebruiksbestemming, zoals voorgeschreven in de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). Verzoeker heeft verschillende argumenten aangevoerd, waaronder de onjuistheid van de waardering van de overlooppercelen en de schade door verzilting. De rechtbank concludeert dat deze argumenten niet opwegen tegen de vastgestelde waardering en dat de bezwaren ongegrond zijn. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.