ECLI:NL:RBNNE:2025:2078
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten bij intrekking verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 9 mei 2025, wordt het verzoek van verzoekers om vergoeding van proceskosten behandeld. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M. Berkel, hebben hun verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken nadat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen op 25 maart 2025 op hun bezwaar heeft beslist en hen een uitkering op grond van de Participatiewet heeft toegekend. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het college heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De voorzieningenrechter doet zonder zitting uitspraak op het verzoek.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het college met het besluit van 25 maart 2025 aan het verzoek van verzoekers is tegemoetgekomen. Dit betekent dat verzoekers een reden hadden om het verzoek om voorlopige voorziening in te dienen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De proceskosten worden berekend op basis van de verrichte proceshandelingen en de gemaakte reiskosten. Verzoekers hebben recht op vergoeding van hun proceskosten, die in totaal € 1.844,78 bedragen. De voorzieningenrechter veroordeelt het college tot betaling van dit bedrag aan verzoekers.