ECLI:NL:RBNNE:2025:1504
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid bezwaar tegen intrekking toevoeging en terugvordering vergoeding rechtsbijstand
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 25 april 2025 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het bezwaar van eiseres tegen de intrekking van haar toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand. Eiseres stelde dat zij het besluit tot intrekking niet had ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat de Raad aannemelijk had gemaakt dat het besluit naar het juiste adres was verzonden. De rechtbank concludeerde dat de enkele ontkenning van eiseres onvoldoende was om aan te nemen dat het besluit niet was ontvangen. Hierdoor verklaarde de rechtbank het bezwaar van eiseres tegen het intrekkingsbesluit niet-ontvankelijk.
Daarnaast ging de rechtbank in op het beroep van eiseres tegen het terugvorderingsbesluit van de Raad, waarbij eiseres werd verplicht om een vergoeding terug te betalen die aan haar advocaat was betaald. Eiseres voerde aan dat zij niet het volledige bedrag had ontvangen waarop zij recht had volgens een eerder vonnis. De rechtbank oordeelde echter dat de omstandigheden die eiseres aanvoerde niet zwaarwegend genoeg waren om de terugvordering te voorkomen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving.