ECLI:NL:RBNNE:2025:1376
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G. Wijtsma
- M. Hidding
- Rechtspraak.nl
Parkeren in een parkeerverbodszone en de geldigheid van het parkeerverbod op de rijbaan
In deze zaak is aan de betrokkene een sanctie opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het parkeren van een voertuig in een parkeerverbodszone. De overtreding vond plaats op 29 augustus 2023 om 15:34 uur aan de Lissabonstraat in Groningen. De betrokkene heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking, maar de officier van justitie heeft dit beroep ongegrond verklaard. Hierop heeft de gemachtigde van de betrokkene beroep ingesteld tegen deze beslissing. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, maar zowel de betrokkene als de gemachtigde waren niet aanwezig. De vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. van der Velde, was wel aanwezig.
De gemachtigde voerde aan dat de betrokkene niet op de rijbaan had geparkeerd en dat er geen duidelijke bebording aanwezig was die het parkeerverbod aangaf. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte deze claims en stelde dat de bebording niet aangetoond hoefde te worden, omdat de betrokkene geen rijroute had overgelegd. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende was om de gedraging vast te stellen, tenzij er concrete omstandigheden waren die tot twijfel leidden. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet had aangetoond dat hij op een voor parkeren bestemd weggedeelte had geparkeerd en dat de sanctie terecht was opgelegd.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 februari 2025. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.