ECLI:NL:RBNNE:2025:1376

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
11145023 BU VERZ 24-1173
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Parkeren in een parkeerverbodszone en de geldigheid van het parkeerverbod op de rijbaan

In deze zaak is aan de betrokkene een sanctie opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het parkeren van een voertuig in een parkeerverbodszone. De overtreding vond plaats op 29 augustus 2023 om 15:34 uur aan de Lissabonstraat in Groningen. De betrokkene heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking, maar de officier van justitie heeft dit beroep ongegrond verklaard. Hierop heeft de gemachtigde van de betrokkene beroep ingesteld tegen deze beslissing. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, maar zowel de betrokkene als de gemachtigde waren niet aanwezig. De vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R. van der Velde, was wel aanwezig.

De gemachtigde voerde aan dat de betrokkene niet op de rijbaan had geparkeerd en dat er geen duidelijke bebording aanwezig was die het parkeerverbod aangaf. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betwistte deze claims en stelde dat de bebording niet aangetoond hoefde te worden, omdat de betrokkene geen rijroute had overgelegd. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende was om de gedraging vast te stellen, tenzij er concrete omstandigheden waren die tot twijfel leidden. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet had aangetoond dat hij op een voor parkeren bestemd weggedeelte had geparkeerd en dat de sanctie terecht was opgelegd.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 februari 2025. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 260789159
zaaknummer: 11145023 BU VERZ 24-1173

uitspraak van de kantonrechter van 4 februari 2025

inzake

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] ,
gemachtigde: mr. M. Lagas, Appjection B.V.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een sanctie opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verweten gedraging betreft ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 29 augustus 2023, om 15:34 uur, te Lissabonstraat, Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft administratief beroep ingesteld tegen de inleidende beschikking. De officier van justitie heeft het administratief beroep ongegrond verklaard.
1.2.
De gemachtigde heeft namens betrokkene beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie. De behandeling van het beroepschrift heeft plaatsgevonden op de openbare zitting van 21 januari 2025. Gemachtigde en betrokkene zijn niet op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. R. van der Velde (hierna: de vertegenwoordiger).

Beoordeling door de kantonrechter

2. Gemachtigde voert aan dat betrokkene niet op de rijbaan heeft geparkeerd. Daarnaast heeft hij betaald voor het parkeren. In de straat zelf staat niks over een parkeerverbod.
3. De vertegenwoordiger stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond verklaard moet worden. Gemachtigde heeft geen rijroute overgelegd, hierdoor hoeft de bebording niet aangetoond te worden. Daarnaast staat de bebording niet in de straat omdat er sprake is van een parkeerverbodszone. Het gedeelte waar betrokkene heeft geparkeerd is onderdeel van de rijbaan. Andere betegeling betekent niet dat er sprake is van een ander weggedeelte. Verder verwijst zij nog naar een arrest van het hof. [1]
4. Betrokkene betwist de gedraging. In zaken op grond van de Wahv is de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht in beginsel voldoende voor het vaststellen van de gedraging, tenzij concrete omstandigheden worden aangevoerd die aanleiding geven tot twijfel.
5. Bij het betwisten van de bebording van een parkeerverbodszone moet de bebording worden aangetoond door middel van nadere stukken, zoals een schouwrapport. De betrokkene moet dan wel een rijroute overleggen zodat de bebording op die route gecontroleerd kan worden. Betrokkene heeft dat echter niet gedaan, hierdoor hoeft de bebording niet aangetoond te worden.
6. Volgens artikel 65, derde lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) mag bij een parkeerverbod wel geparkeerd worden op daartoe bestemde gedeelten. Op de foto in het zaakoverzicht is te zien dat betrokkene niet op de rijbaan heeft geparkeerd, want de plek waar hij stond is niet een voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte. Het parkeerverbod is anders dan gemachtigde meent niet alleen van toepassing op de rijbaan. [2] Het gedeelte waar betrokkene heeft geparkeerd lijkt ook niet op een voor het parkeren bestemd weggedeelte, want het ligt direct voor de voordeuren van de huizen. Gemachtigde heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene heeft geparkeerd op een daartoe bestemd weggedeelte. Dat betrokkene wel heeft betaald voor het parkeren, betekent niet dat hij daar mocht parkeren. Alles overwegende is de kantonrechter van oordeel dat de gedraging kan worden vastgesteld en dat de sanctie terecht is opgelegd. Door betrokkene zijn geen omstandigheden aangevoerd waaruit blijkt dat de sanctie gematigd of op nihil gesteld moet worden.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.G. Wijtsma, kantonrechter, in aanwezigheid van
mr. M. Hidding, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 10 oktober 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:8443.
2.Hof Arnhem-Leeuwarden 9 augustus 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6756.