In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 13 maart 2024, staat de vraag centraal aan wie het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) de vergoeding voor fysieke mijnbouwschade aan een woning moet uitkeren: de vorige eigenaar of de huidige eigenaren. De rechtbank oordeelt aan de hand van de Haviltex-maatstaf dat de vordering tot schadevergoeding niet is overgedragen aan de huidige eigenaren. De zaak begint met een aanvraag van de eiser om schadevergoeding, die door het IMG in een eerder besluit is goedgekeurd, maar later is ingetrokken. De rechtbank stelt vast dat de intrekking van het besluit niet rechtsgeldig was, omdat de eiser niet op de hoogte was van de overdracht van de vordering aan de nieuwe eigenaren. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het IMG en herroept het eerdere besluit, waardoor de schadevergoeding aan de eiser herleeft. De rechtbank oordeelt dat het IMG ten onrechte de vordering heeft ingetrokken en dat de eiser recht heeft op de schadevergoeding. Tevens wordt het IMG veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de eiser.