Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.[gedaagde] in zijn hoedanigheid van notaris,
2.
[stichting],
[xxx],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord op de rol van 25 januari 2023
- de brief van de rechtbank van 24 augustus 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.Ter inleiding
3.De feiten
Artikel 5. Vrijstelling van inbrengDe onderhavige schenking is vrijgesteld van inbreng in de nalatenschap van de schenker.
Inbreng SchenkingenIk bepaal dat tijdens mijn leven door mij aan mijn kinderen gedane schenkingen zullen worden verrekend met hun erfdelen. In verband met het vorenstaande stel ik bij deze vast dat door mij bij leven tot vandaag de volgende voor verrekening vatbare schenkingen aan mijn kinderen zijn gedaan:- aan mijn zoon: [eiser] : schenkingen tot een gezamenlijk beloop van éénhonderdvijfduizend euro (€ 105.000,00) (…)
wij: contact opnemen met [naam2] ; daarna inventarisatie maken en erfgenamen toesturen(…)
Omdat u als erfgenamen aangaf de verdeling van inboedel en de verkoop van de woning zelf te willen doen, treedt ons kantoor vooralsnog derhalve niet op als executeur maar als gevolmachtigde van de erfgenamen.
[naam6] heeft [naam3] laten weten dat de schenkingen die in het testament zijn genoemd moeten worden ingebracht.
Alvorens het door uw moeder opgestelde testament de dato 18 oktober 2018 is ondertekend, heeft er met uw moeder een bespreking op mijn kantoor plaatsgevonden. Tijdens deze bespreking heeft uw moeder aangegeven de reeds gedane schenkingen aan haar kinderen door middel van de erfdelen in haar nalatenschap gelijk te willen trekken. Uw moeder wilde bereiken dat uiteindelijk ieder kind hetzelfde geldbedrag van haar heeft gekregen (…).Uw moeder heeft tijdens het gesprek aangegeven dat de aan u gedane schenkingen op dat moment € 105.000,- bedroegen. Er is voor mij geen aanleiding geweest om te twijfelen aan de correctheid van uw moeders opgave. Overleg met anderen hierover lag dan ook niet in de rede.(…)Naar aanleiding van haar overlijden bent u samen met uw broer en zusters op 14 februari 2020 bij mij op kantoor geweest om haar testament te bespreken. Tijdens dit gesprek hebben wij onder andere de inbreng van de schenkingen besproken en de verrekening daarvan. Ook hebt u gezamenlijk met uw broer en zusters besloten dat mijn kantoor de executeursbenoeming in het testament niet aanvaardt, maar de afwikkeling grotendeels door uw broer [naam3] met ondersteuning van mijn kantoor zal worden gedaan. Hiervoor hebt u een volmacht ondertekend (…)
U geeft aan dat het volgens U [naam] haar uitdrukkelijke wens was om de reeds gedaande schenkingen door haar gelijk te trekken in de erfenis. Tot aan haar dood heeft ze tegen ons volledig anders gecomuniceerd. Waardoor er nu vraagtekens opkomen of u wel goed heeft begrepen wat haar laatste wil was. Ik begrijp dan ook niet waarom u niet gewoon heel duidelijk de giften benoemt heeft en waar ze vandaan komen. Het zou toch niet zo ingewikkelt hoeven zijn om te vermelden in het testament dat de gedaande schenking data 2014 komt te vervalen en daar ook even het art.nr. bij te vermelden. (…) de gevolgen zijn dat ik mij door U of mijn [naam] bedrogen voel. (…) Dus mijn vraag: Aangezien u op de hoogte was van de schenking en het contract. Waarom u dit dan niet heeft benoemd.
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
woensdag 3 april 2024voor het nemen van een akte door beide partijen over wat is vermeld onder 5.27 waarna het schriftelijk debat tussen partijen in beginsel is geëindigd,