ECLI:NL:RBNNE:2024:5331

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
27 februari 2025
Zaaknummer
11236728 BU VERZ 24-1680
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke sanctie bij verhuur van voertuig via SnappCar

Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een opgelegde sanctie aan een betrokkene die haar voertuig had verhuurd via de app SnappCar. De betrokkene werd beschuldigd van het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op 2 september 2023. De opgelegde sanctie bedroeg € 119,00, inclusief administratiekosten. De betrokkene voerde aan dat zij het voertuig had verhuurd aan een Poolse dame, die na haar verhuizing naar Polen weigerde af te rekenen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat het beroep ongegrond verklaard moest worden, omdat er geen sprake was van bedrijfsmatige verhuur via SnappCar. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk bleef voor de sanctie, aangezien de verhuur niet als bedrijfsmatig kon worden aangemerkt. De kantonrechter concludeerde dat de sanctie terecht was opgelegd, omdat deze was gegeven na de waarschuwingsperiode en er geen aanleiding was om de sanctie te matigen. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 260849658
zaaknummer: 11236728 BU VERZ 24-1680
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 13 december 2024 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende in [woonplaats] .
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. M. Hidding
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic (hierna: de vertegenwoordiger).
De verweten gedraging betreft ‘handelen ism een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12’, verricht op 2 september 2023, om 18:10 uur, op de Koelenweg, Huis ter Heide, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert aan dat zij haar voertuig had verhuurd aan een Poolse dame in verband met haar verhuizing. Zij had dat gedaan via de app SnappCar, die ook de Allrisk- verzekering en borg regelt. De Poolse mevrouw erkent haar schuld, maar zij weigert af te rekenen met betrokkene. Na de verhuizing is de Poolse mevrouw weer snel naar Polen vertrokken. Betrokkene is niet verantwoordelijk voor deze sanctie en zij heeft bewijs dat het voertuig verhuurd was.
De vertegenwoordiger stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond verklaard moet worden. Het hof heeft bepaald dat er geen sprake is van bedrijfsmatige verhuur als het voertuig wordt verhuurd via SnappCar. Als kentekenhouder blijft betrokkene aansprakelijk voor de sanctie. Die is ook terecht opgelegd volgens het beleidskader digitale handhaving bij geslotenverklaringen en voetgangersgebieden. De sanctie is aan betrokkene opgelegd na de waarschuwingsperiode die volgens het beleidskader gold. Daarnaast is aan betrokkene maar één sanctie opgelegd in plaats van twee, omdat een betrokkene eerst op de hoogte moet zijn van de eerste sanctie. De sanctie is niet evident onredelijk.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan om deze te verklaren. De gedraging kan hiermee worden vastgesteld. De kantonrechter moet vervolgens de vraag beantwoorden of sprake is van bijzondere omstandigheden die het opleggen van een sanctie niet billijken dan wel matiging van de sanctie rechtvaardigen.
Uit artikel 5 van de Wahv volgt dat als niet meteen is vastgesteld wie de bestuurder is van het voertuig, de sanctie wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. In dit geval is niet vastgesteld wie bestuurder van het voertuig was, zodat de sanctie is opgelegd aan de kentekenhouder.
Die is verantwoordelijk voor de verplichtingen die horen bij het op naam hebben van een voertuig (tenaamstelling), zoals het betalen van sancties. Op grond van artikel 8 van de Wahv wordt de sanctie vernietigd als een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst van ten hoogste drie maanden wordt overgelegd, waaruit blijkt wie ten tijde van de gedraging de huurder van het voertuig was. Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft echter bepaald dat het verhuren van een voertuig door middel van de website SnappCar niet aangemerkt kan worden als bedrijfsmatige huur, omdat de verhuurder van het voertuig een particuliere eigenaar is. [1]
Verder is de sanctie ook terecht opgelegd volgens het beleidskader digitale handhaving bij geslotenverklaringen en voetgangersgebieden. Volgens dit beleidskader mag een sanctie pas opgelegd worden na de waarschuwingsperiode en mag er geen tweede sanctie worden opgelegd voordat de eerste sanctie is verstuurd. Gelet op het feit dat betrokkene een sanctie heeft ontvangen na de waarschuwingsperiode en zij maar één sanctie heeft ontvangen, wordt voldaan aan de eisen in het beleidskader.
Alles overwegende is de kantonrechter van oordeel dat de sanctie terecht is opgelegd en ziet hij in de door betrokkene aangevoerde omstandigheden geen aanleiding de sanctie te matigen dan wel op nihil te stellen.
De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Waarvan proces-verbaal,
de griffier is verhinderd om kantonrechter,
dit proces-verbaal te ondertekenen.

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 27 november 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10158.