ECLI:NL:RBNNE:2024:5194
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening woningsluiting wegens drugshandel
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 24 december 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker, een huurder en bewoner van een woning in Stadskanaal, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om zijn woning voor zes maanden te sluiten vanwege de vondst van drugs in zijn woning. De burgemeester had op 28 november 2024 een last onder bestuursdwang opgelegd na de ontdekking van 102 Xtc-pillen, 45,25 gram hasj en 2,01 gram speed. Verzoeker stelde dat de drugs voor eigen gebruik waren en dat hij geen overlast veroorzaakte. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet, gezien de hoeveelheid aangetroffen drugs en het feit dat verzoeker deze via Snapchat te koop had aangeboden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde. De voorzieningenrechter wees het verzoek af, waarbij hij opmerkte dat verzoeker voldoende tijd moest krijgen om vervangende woonruimte te vinden.