ECLI:NL:RBNNE:2024:5145

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11178556 BU VERZ 24-1377
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke bebording

Op 26 november 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, die samen met zijn vrouw op de zitting verscheen, had een boete ontvangen voor het parkeren op een plek waar dat niet was toegestaan, aangeduid met bord E1. De overtreding vond plaats op 17 december 2022 aan de Hoofdweg in Buren, gemeente Ameland. De betrokkene stelde dat hij het verkeersbord niet had kunnen zien, omdat het bord aan de rechterzijde van de weg stond en hij alleen de achterkant ervan kon waarnemen toen hij de Hoofdweg inreed vanuit de Esther Meindertsstraat. Hij voerde aan dat hij niet om het bord had kunnen rijden om het te controleren en dat de handhavers foto's hadden genomen zonder de bestuurders aan te spreken.

De kantonrechter, mr. P.G. Wijtsma, overwoog dat de bebording aanwezig was, maar dat de betrokkene deze niet had kunnen zien vanuit zijn positie. De rechter concludeerde dat het niet redelijk was om van de betrokkene te verwachten dat hij omreed om het bord te controleren. Aangezien de betrokkene het bord niet had gepasseerd, verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de inleidende beschikking. De zekerheidstelling aan de betrokkene moet worden terugbetaald. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke verkeersborden en de redelijkheid van de verwachtingen van bestuurders in verkeerssituaties.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 254688906
zaaknummer: 11178556 BU VERZ 24-1377
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van
26 november 2024 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende in [woonplaats] .
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : D.W. Veenstra
Betrokkene is met zijn vrouw op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. P.A. Veenstra (hierna: de vertegenwoordigster).
De verweten gedraging betreft R584 – ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)’, verricht op 17 december 2022 om 11:51 uur aan de Hoofdweg, ter hoogte van de Primera in Buren, gemeente Ameland, met een personenauto gekentekend 42JVB8. Het sanctiebedrag bedraagt € 109,00 inclusief administratiekosten.
Betrokkene voert aan dat hij linksaf vanuit de Esther Meindertsstraat de Hoofdweg is ingereden. Vanaf de kruising heeft hij het bord dat aan de rechterzijde bij de Strandweg staat, niet kunnen zien. Hij is de borden die verderop aan de Hoofdweg staan, niet gepasseerd, omdat hij daarvóór op het erf van een kennis is omgedraaid, zodat hij gemakkelijker weer kon wegrijden. De boa’s hebben volgens betrokkene de pardontijd niet aangehouden, maar vanuit de snackbar van elke auto die stopte een foto genomen en boetes uitgeschreven, zonder de bestuurders aan te spreken. Hij stelt dat er intussen wel een bord bij de straat staat, zodat het vanuit de Esther Meindertsstraat niet meer te missen is; voor die tijd stond het bord een straat eerder. Hiervan heeft hij op de zitting foto’s getoond.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De zaak gaat over de vraag of de bebording aanwezig was en of betrokkene deze heeft kunnen of moeten zien.
Zoals de vertegenwoordigster heeft aangegeven is het uitgangspunt dat de verbalisant de bebording heeft gecontroleerd, als hij of zij ter plaatse aanwezig was. [1] Dat is in dit geval niet anders: de bebording was aanwezig.
Dan is de vraag of betrokkene het E1-bord heeft kunnen of moeten zien, toen hij vanaf de Esther Meindertsstraat linksaf de Hoofdweg in is gereden. Dat is niet het geval. Uit Google Street View blijkt namelijk dat vanuit betrokkenes gezichtspunt alleen de achterkant van dat bord zichtbaar was. De kantonrechter is het met de vertegenwoordigster eens dat niet van iemand kan worden verwacht dat hij omrijdt om te controleren wat er op de voorkant van een bord staat. Omdat betrokkene vervolgens vóór de kruising verderop is gekeerd, is hij de bebording die daar staat ook niet gepasseerd. Kortom, hij is op zijn route geen verkeersbord-E1 tegengekomen. Daarom zal de kantonrechter het beroep gegrond verklaren.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
  • vernietigt die beschikking;
  • bepaalt dat de zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 8 mei 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3819.