Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(…) Jouw Giulietta is kennelijk nog niet klaar, want anders zou ik dit wel gehoord hebben. (…)
(…) Zou je vandaag of morgen mij willen bellen als je kan? Ik wil Giulietta bespreken nu dat het niet gelukt was om die te repareren bij garage Zuur
(…) Wat jou auto betreft
(…) Helaas blijft de situatie onveranderd na mijn vorige bericht. (…)
(…) ik kan jou zeggen dat [naam] al drie weken rijdt in jouw auto en rijdt zo’n 75 km per dag en tot vandaag zonder problemen. Mooi zou zijn nog wat langere afstanden te rijden, maar alles lijkt goed nu!
3.Het geschil
4.De beoordeling
Garantie werd niet bijgekocht’’, maakt dat niet anders. Voor zover dit als een exoneratiebeding moet worden beschouwd, kan A-Garage zich daarop niet beroepen (artikel 7:6 lid 1 BW).
Volgende week zit de test er wel op (…)‘’ en ‘’
Nee na onze laatste reparatie lijkt het nu opgelost!‘’. Aldus is niet in rechte komen vast te staan dat de auto ten tijde van de ontbindingsverklaring reeds gerepareerd was. Tussen partijen staat vast dat de auto vanaf de zomer (rond augustus 2023) bij A-Garage was en A-Garage vanaf dat moment getracht heeft de auto te herstellen. Hieruit volgt dat A-Garage tot het moment van de ontbindingsverklaring van 10 januari 2024 voldoende gelegenheid heeft gehad om tot herstel van de auto over te gaan. Nu A-Garage haar herstelverplichting niet binnen een redelijke termijn is nagekomen, mocht [eisende partij in conventie/verwerende partij in reconventie] de overeenkomst ontbinden (artikel 7:22 lid 2 jo. artikel 7:21 lid 3 BW). Niet vereist is dat [eisende partij in conventie/verwerende partij in reconventie] A-Garage (nogmaals) in gebreke had moeten stellen, want verzuim van de zijde van A-Garage was niet vereist om te kunnen ontbinden. [3]