ECLI:NL:RBNNE:2024:4810
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor proefboring na tussenuitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 29 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een proefboring. De rechtbank had eerder op 22 maart 2024 een tussenuitspraak gedaan, waarin verweerder de gelegenheid werd geboden om gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Verweerder heeft deze gelegenheid benut, maar de rechtbank oordeelt dat de gebreken niet adequaat zijn hersteld. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning niet voldoende is gemotiveerd, met name met betrekking tot de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied. De rechtbank verwijst naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en stelt vast dat verweerder niet heeft aangetoond dat er sprake is van een onevenredige aantasting van deze waarden. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en geeft verweerder de opdracht om opnieuw te beslissen op de bezwaren van eiseres, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en dient het griffierecht te worden vergoed.