In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de omgevingsvergunning voor de plaatsing van een telecommunicatiemast nabij de [adres 1] in [plaats] beoordeeld. Eiser, die in de nabijheid woont, vreest voor gezondheidsrisico's door elektromagnetische straling en verzoekt om de mast op een andere locatie te plaatsen. Het college van burgemeester en wethouders van Meppel stelt echter dat de straling binnen de wettelijke limieten valt en dat er geen aanwijzingen zijn voor gezondheidsrisico's.
Tijdens de procedure blijkt dat het college te laat heeft beslist op de aanvraag, waardoor er al een omgevingsvergunning van rechtswege was verleend. De rechtbank behandelt het beroep als bezwaar tegen deze vergunning. De bezwaren van eiser, waaronder de gezondheidsrisico's, de publicatie van de vergunning, en het niet horen van eiser in de bezwaarfase, worden ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning niet geweigerd hoeft te worden, maar herroept wel de vergunning van 14 april 2023, omdat het college deze niet meer mocht verlenen.
De rechtbank concludeert dat de bezwaren van eiser niet voldoende zijn om de vergunning te vernietigen. De rechtbank herroept de verleende omgevingsvergunning, maar bevestigt dat de van rechtswege verleende vergunning blijft bestaan. Eiser krijgt het griffierecht vergoed, maar er zijn geen proceskosten gemaakt. De uitspraak is openbaar gedaan op 28 november 2024.