In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 22 november 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser, gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Leeuwarden, had beroep aangetekend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Ameland, dat zijn bezwaren tegen vijf Woo-verzoeken ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college niet voldoende had onderbouwd dat het niet voldoen aan de Woo-verzoeken legitiem was. De verzoeken betroffen onder andere de aanschaf van lantarenpalen, de realisatie van een nieuw park, vergunningen voor kansspelen, en interne communicatie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De rechtbank stelde vast dat het college de antimisbruikbepaling van de Wet open overheid (Woo) onterecht had toegepast en dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht door eiser. De rechtbank oordeelde dat het college in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had gehandeld door niet adequaat in te gaan op de bezwaargronden van eiser en dat het besluit op bezwaar vernietigd moest worden. De rechtbank droeg het college op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat het college het griffierecht aan eiser moest vergoeden.