In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 21 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de hoogte van de schadevergoeding door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) beoordeeld. Eiser, eigenaar van een boerderij, had schade gemeld bij het Centrum Veilig Wonen, welke schade door de TCMG werd afgehandeld. Het IMG had eerder een schadevergoeding van € 19.947,04 toegekend, maar na een eerdere uitspraak van de rechtbank op 22 december 2022, waarin werd geoordeeld dat het bewijsvermoeden voor bepaalde schades niet was weerlegd, werd het IMG opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het bestreden besluit van 15 mei 2023 werd een aanvullende vergoeding toegekend, maar eiser was het niet eens met de hoogte van deze vergoeding en stelde dat hij niet was opgenomen in het programma voor Duurzaam herstel.
De rechtbank oordeelt dat het IMG met het bestreden besluit niet heeft voldaan aan de eerdere uitspraak, maar dat de rechtsgevolgen in stand blijven omdat het reeds toegekende bedrag voldoende is voor volledig herstel van schade 18. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft de beoordeling van schade 18, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiser krijgt een aanvullende vergoeding van € 3.957,24 voor andere schades en het IMG moet het griffierecht en proceskosten vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het vaststellen van schade en de noodzaak om eerdere uitspraken te respecteren.