ECLI:NL:RBNNE:2024:2917
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van mijnbouwschade en de rol van het IMG in de schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, op 11 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor schadevergoeding door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) beoordeeld. Eiser had op 26 juli 2020 een aanvraag ingediend voor schadevergoeding voor zijn woning, die naar aanleiding van mijnbouwschade was ingediend. Het IMG had deze aanvraag op 23 december 2020 afgewezen, maar na bezwaar van eiser werd het bezwaar gegrond verklaard en werd een schadevergoeding van € 5.704,73 toegekend. Eiser was echter van mening dat het IMG niet zorgvuldig had gehandeld en dat de deskundigen die door het IMG waren ingeschakeld niet onafhankelijk waren.
De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, waaronder de stelling dat het IMG had moeten samenwerken met de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en dat de deskundigen niet onpartijdig waren. De rechtbank oordeelt dat het IMG niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de deskundigenrapporten voldoende zijn om de schade te beoordelen. Eiser verzoekt om een verklaring voor recht dat het IMG onrechtmatig heeft gehandeld, maar de rechtbank stelt vast dat zij niet bevoegd is om een dergelijke verklaring te geven in een bestuursrechtelijke procedure.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit van het IMG in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de scheiding van verantwoordelijkheden tussen het IMG en de NCG en bevestigt dat het IMG zijn taak naar behoren heeft uitgevoerd.