In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van Stichting Gaasterlân Natuerlân tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het slopen van een boerderij en de nieuwbouw van een jongveestalling. De vergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren op 16 december 2022. Eiseres had bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk met het bestreden besluit van 22 mei 2023, omdat de gronden te laat zouden zijn ingediend.
De rechtbank oordeelt dat de grondenbrief tijdig is ingediend. De gemachtigde van eiseres had verklaard dat de grondenbrief op de laatste dag van de termijn, ná de laatste buslichting, ter post is bezorgd. De rechtbank acht deze verklaring aannemelijk, vooral omdat het poststempel overeenkomt met de verklaring van de gemachtigde. De rechtbank concludeert dat het college ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, en verklaart het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden.