10. Verweerder is van opvatting dat het door eiser betaalde bedrag ad € 7.063 niet is aan te merken als vergoeding privé gebruik.
Verweerder verwijst daarbij naar de bevindingen van bovengenoemd strafrechtelijk onderzoek bij D. Een gedeelte van het proces verbaal van verhoor van de persoon die de leaseconstructie (mede gebruikt voor de leaseovereenkomst voor de auto) heeft bedacht en uitgevoerd, is als bijlage 13 bij het verweerschrift gevoegd. In dit proces verbaal is, voor zover hier van belang, opgenomen (met correctie van typefouten):
“…wat ik doe is het volgende: voor de berekening ga ik uit van de normale leaseprijs voor de zaak met een looptijd van 48 maanden, eventueel variërend in verband met de gereden kilometers. Dat leasebedrag mag het de zaak kosten en geen cent meer. De zaak bedoel ik degene die de auto least.
De normale leaseprijs is inclusief alle autokosten, ik bedoel dus de leaseprijs zoals die normaal is opgebouwd. Autokosten zijn de rente, aanschafprijs en restwaarde, benzinekosten, verzekeringen en belasting en zo.
Dan heb je dus 48 maal de normale leaseprijs = bedrag “X”.
Vervolgens neem ik de fiscale cataloguswaarde die gehanteerd wordt voor de fiscale bijtelling voor de werknemer, maal, toentertijd, 20%, nu 25%, en gedeeld door 12 om naar het maandbedrag toe te rekenen.
De zaak draagt dan af aan de leasemaatschappij zijn eigen kosten plus de bijdrage in de autokosten. Dus de normale leaseprijs voor de zaak en de bijdrage van de werknemer die op het netto loon wordt ingehouden van de werknemer.
Dan vraag je hoeveel maanden moet ik betalen. Daar reken je looptijd bij uit en je hebt het te betalen maandbedrag. De bijdrage in de autokosten wordt als bijdrage autokosten ingehouden op het nettoloon van de werknemer.
Met dit systeem heb je alleen maar winnaars. De werkgever verdient er geld aan omdat zijn maandbedrag lager is, namelijk berekend naar 26 maanden in plaats van 48 maanden en de werknemer rijdt altijd in een nieuwe auto. De auto wordt tenslotte al na 26 maanden ingeruild in plaats van 48. En ik heb meer omzet. De werknemer kan de auto tenslotte overnemen voor de lage prijs, hij heeft al 26 maanden betaald om de auto over te nemen aan het einde van de periode.
(…)
U vraagt mij waarom ik eerder zei dat de inspecteur het hoogstens zou kunnen terugdraaien. Dus de aangifte corrigeren zonder boete. Ik weet niet waarom de inspecteur dat zou doen, ik zeg dat echter wel tegen de klanten. Dit systeem kan tot de wet verandert, of als de inspecteur vragen stelt en niet tevreden is met het antwoord, maar er is geen risico omdat er geen boetes gegeven zullen worden.
(…)
Iedere klant heeft zelf de keus om van het systeem gebruik te maken. Ik heb nog nooit een auto onder de marktwaarde verkocht, dus dat is beslist niet het geval. Niet alle accountants gaan ermee akkoord, maar ik zeg altijd: dan begrijpen ze het gewoon niet. Ik leg het altijd eerlijk uit want ik heb niets te verbergen.
U vraagt mij wat er aan het einde van contractperiode gebeurt. De werknemer heeft al die tijd betaald om de restwaarde van de auto te laten zakken. Hij heeft eigenlijk de auto al voor een groot deel betaald. Als u kijkt op uw pagina 10 van de bijlage D/1 ziet u een gecalculeerde restwaarde en een veel lager bedrag als afgesproken restwaarde. Die werknemer heeft al die tijd betaald om die auto voor die restwaarde over te nemen. Het belangrijkste in dit systeem is dat hij niets uit dienstbetrekking heeft gekregen, hij heeft zelf betaald voor die auto.
De werknemer betaalt uiteindelijk het restant, je zou het financiering voor die werknemer kunnen noemen. Hij gebruikt de zaak als doorgeefluik maar omdat hij het via de zaak doet mag hij het aftrekken van zijn privé gebruik auto.”