Op 11 juni 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van handel in harddrugs, het aanwezig hebben van harddrugs, vernieling van een politiebus en witwassen. De verdachte, geboren in 1978 in Marokko en thans gedetineerd, werd bijgestaan door advocaat mr. T. Altindag. Het Openbaar Ministerie was vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous. De zaak werd behandeld na eerdere zittingen op 30 april en 28 mei 2024. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 30 januari 2024 opzettelijk heroïne, cocaïne en MDMA heeft verkocht en afgeleverd. Daarnaast had hij opzettelijk een hoeveelheid harddrugs voorhanden en vernielde hij het ontgrendelingssysteem van een politiebus. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich ook schuldig had gemaakt aan witwassen, omdat hij geen legale inkomsten had en er aanzienlijke bedragen aan contant geld in zijn woning werden aangetroffen. De rechtbank verwierp het verzoek van de verdediging om stukken te vertalen naar het Nederlands, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht voor de beslissing. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, en de rechtbank verklaarde de in beslag genomen voorwerpen verbeurd.